donderdag 5 mei 2011

Geen vrijheid zonder privacy


Door Stuart Kensenhuis

 Op 5 mei vieren wij bevrijdingsdag. Met de overwinning in 1945 door de geallieerden kwam er een einde aan de Tweede Wereldoorlog en werd Nederland verlost van een verstikkende greep op de samenleving door nazi-Duitsland. De schrijver George Orwell komt 4 jaar later met ‘1984’, een roman waarin het alziende oog van ‘Big Brother’, iedereen, overal in de gaten houdt, tot in het kleinste kamertje aan toe, met telescreens, verraders, gedachtenpolitie, etc. Weinig mensen in dit boek schijnen echt moeite te hebben met een totalitair systeem. Alleen Winston Smith, de hoofdpersoon, wil dit doorbreken. En hierin schuilt de opvallende overeenkomst met onze huidige samenleving, waarin we toestaan dat de overheid steeds vaker een vergaande inbreuk maakt op onze privacy, door het onnodig registreren, opslaan en koppelen van onze gegevens. Ondertussen zeggen velen schouderophalend: ‘Ze mogen alles van me weten, want ik heb niets te verbergen’. Maar denkt u echt dat u zonder privacy van uw vrijheid kunt genieten?

In geen enkel land ter wereld wordt er meer afgeluisterd dan in Nederland. Bijna 2200 telefoontaps per dag. Dit is bijna net zoveel als in de Verenigde Staten (VS) over een heel jaar. Het ergste is nog dat we in Nederland geen enkel onafhankelijk orgaan hebben dat de groei van telefoontaps aan banden kan leggen, door in juridische zin te toetsen of dit wel gerechtvaardigd is. Nee, het Openbaar Ministerie is niet de aangewezen partij. Dat is net zoiets als de slager vragen om zijn eigen vlees te keuren. Lijkt me niet verstandig. Het oplossingspercentage van misdrijven neemt toch toe? Nou... Nee, dat is een constant gemiddeld laag cijfer in vergelijking met de ons omliggende landen. Dus veel helpt het niet. Nog even en ook u wordt afgeluisterd, voorzover het al niet gebeurt. Want let wel: het gaat niet alleen om criminelen. Gewone burgers zoals u en ik zijn altijd de klos. De Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens bepaalt namelijk, dat internetproviders en telecombedrijven gegevens over het telefoon en internetverkeer van hun klanten, een jaar lang moeten bewaren. Nee, met de bevordering van de veiligheid heeft het niet zoveel te maken. Dat zegt men wel, maar het is lariekoek. Als dit werkelijk zo is dan zouden we ons door al dat registreren, opslaan en koppelen, minder bang en dus veiliger moeten gaan voelen. Het tegendeel is echter waar.

Ook Fred Teeven, staatssecretaris van het ministerie van Veiligheid en Justitie doet een duit in het zakje. Niet lang geleden heeft hij de Tweede Kamer toegezegd dat hij gaat onderzoeken of het Nederlandse internetverkeer continu afgetapt kan worden met het Deep Packet Inspection programma (DPI). Hiermee wordt de informatie van een website inhoudelijk beoordeeld. Zo kan nauwkeurig worden nagegaan welk pad de gegevens bewandelen en waar ze terecht komen. De verspreiding van kinderporno kan hiermee een halt toegeroepen worden, zegt Teeven. Maar, doet u aan die viezigheid? Nee, ik dacht het ook niet. Waarom staat u dan toe dat straks uw internetverkeer continu wordt afgetapt?

En dan uw vingerafdrukken, een biometrisch idenficatiemiddel dat u verplicht bent om af te staan, bij de aanvraag van een nieuw electronisch paspoort. Toen ik naar het stadhuis ging om mijn paspoort te vernieuwen wilde ik daar het liefst een bepaalde vinger voor gebruiken, in plaats van mijn duim,  en die hoog opsteken. U mag drie keer raden welke. Volgens de Europese richtlijn die dit allemaal regelt is opslag in een database bij de gemeente waar u het paspoort afhaalt voldoende. De Nederlandse regering wil natuurlijk weer het beste jongetje (of meisje) van de klas zijn en zet in op één landelijke database. En nou komt het. In die database wil de regering niet alleen uw vingerafdruk, maar ook uw gelaatsscan, uw burgerservicenummer en uw naam en adresgegevens. Verder wil men politie en justitie toegang geven tot de gegevens. Misbruik van deze gegevens ligt dan wat mij betreft op de loer. Fouten zijn niet onwaarschijnlijk. Politie en justitie krijgt gegevens van onverdachte personen, iets waarvoor ze anders wellicht nooit opsporingsbevoegdheid zou hebben gekregen. Gelukkig is onlangs bekend gemaakt dat de landelijke database voorlopig van de baan is, maar minister Donner van het ministerie van Binnenlandse Zaken, ligt nog steeds op het vinkentouw. Het gaat om de strijd tegen terrorisme en identiteitsfraude, zegt hij. Max Snijder, biometriconsultant en voorzittter van het European Biometrics Forum, noemt dit “heel onvolwassen”. “Politici laten zich leiden door beelden uit ‘CSI’, maar je kunt met zo’n database echt geen terroristen vangen."

Waarom doet de Nederlandse overheid toch zoveel moeite om elke zucht, scheet of gebrek van haar burgers te documenteren? Nog even en ze weten precies waar u 7 jaar geleden was, met wie en waarom. Voelt u zich daardoor veiliger? Het electronisch patiëntendossier (EPD), de slimme energiemeter, de databank met DNA-materiaal, de OV-chip kaart, afluisteren van de telefoon, volgen en analyseren van e-mail verkeer, de database vingerafdrukken en gelaatsscans, het electronisch kinddossier, de Nationale Databank Wegverkeergegevens, etc. Werkelijk alles wordt tegenwoordig opgeslagen. Waar leidt dit allemaal toe? Komen we dan toch steeds dichter in de buurt van de ‘Big Brother cultuur’, die Orwell beschrijft in zijn boek ‘1984’? En, is het niet merkwaardig hoe gemakkelijk we de vrijheid opgeven, waarvoor door vele heldhaftige mensen in de Tweede Wereldoorlog is gevochten?

Ik bid voor een overheid die onze persoonlijke levenssfeer waardeert en dat ze bevrijd worden van die verstikkende drang naar onze privé gegevens. Maar ook voor meer zorgvuldigheid bij het opslaan van de noodzakelijke gegevens. En dat wij lessen mogen trekken uit de Tweede Wereldoorlog zodat wij niet gedoemd zijn om die geschiedenis te herhalen.

zaterdag 23 april 2011

Waar is Najat

Door Stuart Kensenhuis

Engeland, Frankrijk en Italië sturen elk 10 militaire adviseurs naar Benghazi in Libië om de opstandelingen te steunen. Volgens de Britse regering past dit binnen de resolutie van de Verenigde Naties (VN) over hulp aan het Libische volk, omdat het hier niet om een gevechtstaak gaat. Ondertussen gaat de oorlog gewoon door. Bombardementen door Navo vliegtuigen op militaire doelen van kolonel Kadhafi, de dictator die, vooral volgens de westerse landen, moet vertrekken. Libische grondtroepen voeren aanvallen uit op steden die in handen zijn van de opstandelingen. De gevolgen van deze oorlog tot nu toe: duizenden doden en gewonden, tienduizenden burgers zijn gevlucht, enorme verwoestingen, chaos, pijn en verdriet. Bij al dit geweld is er één vraag die me bezighoudt: waar is Najat?

Najat heb ik ontmoet in december 1993 bij het Institute of Social Studies (ISS) in Den Haag. Ze kwam uit Libië en volgde daar een taalcurcus. Ik werkte er tijdelijk als Beveiligingsmedewerker, een baan waardoor ik meestal met iedereen contact had. Een klacht aanhoren, advies of aanwijzingen geven, een gezellig praatje, etc. Met Najat wilde het alleen niet lukken. Dit kwam niet alleen door haar nette uitstraling en gedrag, iets waardoor ze niet zomaar met een vreemde man in gesprek ging, maar ook omdat ze af en toe vergezeld werd door een Libische bodyguard. Ik had het al zo’n beetje opgegeven toen ze plotseling voor mijn bureau stond bij de receptie en op een lieflijke toon vroeg: “What is your birthday and how old are you? Ik was even verbouwereerd, maar ik herpakte me snel en gaf haar alle informatie. Vanaf dat moment waren we goede vrienden en elke week hadden we minstens één keer contact, iets waardoor me veel duidelijk is geworden over haar karakter en achtergrond.

Najat biedt president Hugo Chavez van Venezuela een presentje aan

Ze adoreerde haar vader, een man met een hoge functie op de Libische ambassade in Den Haag. Over haar moeder sprak ze zelden, maar als ze dit deed ging het altijd over de moeizame relatie die ze met haar had. Vaak werd ze door haar vader gevraagd om mee te gaan op audiëntie bij een andere ambassade. Daardoor voelde haar moeder zich gepasseerd, vermoed ik. De relatie met haar moeder kwam nog meer onder druk te staan toen haar vader een rode BMW met getinte ruiten voor haar kocht, een auto waarmee ze soms veel te hard reed tussen haar woonplaats Wassenaar en Den Haag. Regelmatig trok Najat zich terug in haar geloof, de Islam, en bad 5 keer per dag, iets waarvan ze zeker wist dat het een schild vormde tegen de aanvallen op haar denkwereld. Ik weet niet hoe vaak ik ben uitgenodigd bij haar thuis in Wassenaar om haar familie te ontmoeten, mee te eten, naar de film te gaan of het einde van de ramadan te vieren. Afgezien van een kruisverhoor door haar vader toen Najat me de eerste keer aan hem voorstelde, heb ik me daar altijd op mijn gemak gevoeld.

Ergens in 1996 vertelde Najat over romantische aandacht en wellicht ook een aanzoek van één van de zonen van dictator Kadhafi. “Wat zal ik doen”, vroeg ze. Ik wees haar op het risico dat ze mee zou gaan in de val van een regiem dat toen al onderhevig was aan sancties van de VN. Bijna een jaar later verhuisde ze terug naar Libië, trouwde met een politieagent en ik verloor haar uit het oog. Pas in mei 2009 vond ik haar terug. Op Facebook. Ze is nog steeds getrouwd en ze heeft een dochtertje van 7 jaar oud. De vriendschap was weer als vanouds, maar nadat de opstand in Libië in alle hevigheid is losgebarsten is het contact moeilijker geworden. Haar huistelefoon en mobieltje zijn onbereikbaar en begin maart schreef ze een laatste bericht op haar Facebookpagina:

‘Life has shown us that nothing is more important than humanity, peace and security and all that we thought was important means nothing during hard times...’

U begrijpt dat ik me zorgen maak. En niet alleen om de veiligheid van Najat en haar familie, maar ook om al die andere burgers, voor of tegen Kadhafi, die in een oorlog zijn beland, waarvan het einde nog lang niet in zicht is. “Ik sta hier standvastig, hier is mijn tent, hier is mijn huis, hier ben ik”, zei Kadhafi tijdens een toespraak in Tripoli op 23 maart. Ik geloof niet dat hij vrijwillig vertrekt. Maar is ‘regime change’ dan het doel waar de westerse landen op in mogen zetten, zonder ook te streven naar een politieke oplossing? En wat als dat zooitje ongeregeld, de zogenaamde opstandelingen, aan de macht komt? Krijgen we dan weer die feodale toestanden van voor de Kadhafi revolutie in 1969, toen een deel van de Libische stammen, zwarten, vrouwen en andere minderheden, werden uitgebuit, vernederd en gediscrimineerd? Ik vind dat het sturen van militaire adviseurs opnieuw de gewelddadige oplossing van dit conflict benadrukt en geen recht doet aan de belangrijkste inhoud van de VN-resolutie: het beschermen van de burgerbevolking tegen alle bedreigingen en met alle middelen die voorhanden zijn.

Ik bid voor de veiligheid van Najat en haar familie. Maar ook voor vrede in Libië en dat onze bemoeienis met de opstand een bijdrage vormt aan een rechtvaardige samenleving, waarin geweld slechts als uiterste optie wordt overwogen en de politieke oplossing nooit uit het zicht raakt.

donderdag 30 december 2010

Politiek sonnet 2010

Door Stuart Kensenhuis

Is Balkende IV van de hoedrand getuimeld na een debat over Uruzgan?
Waar heeft Bouterse de macht zonder brandnetels en een brede kop?
Vertrekt Femke Halsema om de uiterste seconde van een blonde man?
Stopt Job Cohen met dat geklungel of is zijn leiderschap een mop?

Ik kan wel duizend vragen stellen over de nobele dissidenten van het CDA,
de fijne PVV’ers die hun eigen buurtterorist niet de wijk hebben uitgezet,
of de hoge ringmuur van ontwikkelingshulp, de grootste vloek van Afrika.
Maar, welk antwoord zal mij zal bevrijden van mijn gevoel bij dit sonnet?

Welkom dus, want niets van de politiek heeft mij gebroken of gevormd.
Geen sieraad, geen schrik en geen winter waarin Agnes Kant is opgedroogd.
Welllicht heb ik iets verkeerd gedaan. Wellicht heb ik te weinig gestormd.

Geef mij geen ziektekostenverzekering als ik snak naar een huis en een baan.
Of wilt u dat ik aan God vraag waarom Hij uw verkeerde rimpelen gedoogd?
Want meer dan de politiek is Hij de diepe reden van mijn bestaan.

woensdag 15 december 2010

Aanval op christenen en joden

Door Stuart Kensenhuis

Door de niet geslaagde integratie van vooral antisemitische Marokkaanse jongeren, is er in Nederland geen plaats voor joden die als zodanig herkenbaar zijn, zegt VVD-coryfee Frits Bolkestein. Keppeltjes weggeslagen, bedreigd, geïntimideerd en bespuugd. Dit is wat veel joden elke dag opnieuw ondergaan in bijvoorbeeld Amsterdam. Op sommige scholen is het zelfs niet mogelijk om les te geven over de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog, omdat allochtone leerlingen daar niets van willen weten. Bolkestein zegt verder: “Ik doe geen oproep om te vertrekken, zoals in de media is gesuggereerd. Verbonden zijn met Israël is tegenwoordig uit de mode, vooral in linkse kring, maar ik voel me betrokken bij de toekomst van het Joodse volk in Nederland.” 

Ingrid van Engelshoven
  “Ik heb mij er hooglijk over verbaasd dat kinderen naar huis worden gestuurd omdat er wellicht een paar dagen een invaljuf met een hoofddoek voor de klas staat. Dat is een onjuiste belangenafweging”,  zegt Ingrid van Engelshoven (D66), wethouder van Onderwijs en Dienstverlening in Den Haag. De protestants-christelijke van Hoogstratenschool wil niet dat er leraren voor de klas staan die een andere geloofsovertuiging uitdragen. De moslima werd overigens naar de school gestuurd door een uitzendbureau dat bekend is met het beleid van de school. Van Engelshoven zegt hierover: “Het is voor de school helemaal niet zo erg als haar identiteit even iets minder tot uiting komt. Het is een kwestie van tolerantie. Als het vaker voorkomt ga ik een telefoontje richting de inspectie plegen.   
Velen hebben zich gestoord aan de opmerking van Bolkestein en slechts enkelen aan de uitspraken van Van Engelshoven. Merkwaardig! U ziet toch ook meteen dat Jodenhaat door antisemitische Marokkanen de kern is van het probleem dat Bolkestein aansnijdt en niet een vermeende oproep aan joden om te vertrekken? Van Engelshoven doet de boudste uitspraak en niemand reageert. Geen enkele christelijke partij en zelfs niet de PVV. Begrijpt u dit nog? In een land gestoeld op een overwegend joods-christelijke traditie is het bijzonder dat van een school wordt gevraagd om haar christelijke identiteit een paar dagen op te geven. Alsof artikel 6 van onze grondwet, regelgeving over de vrijheid van godsdienst, plotseling is opgeheven. Straks staat er een invaljuf voor de klas die een aanhanger is van het satanisme, in sommige kringen een erkende religie. Moet de school dit toelaten? Tolerantie heeft grenzen. Of denkt u van niet?  “Kierewiet”, zei Groenlinks fractievoorzitter Femke Halsema over de uitspraken van Bolkestein. Tja, wat kan je anders verwachten van een politica die hoog scoort in het naïeve en vaak te intellectuele politieke debat. Maar, zou zij wel in staat zijn om aan die invaljuf te vragen om haar hoofddoek voor een paar dagen af te doen? Of is zij, net als Van Engelshoven, behept met een linker oog voor de islamitische emancipatie in Nederland en een rechter oog om christenen en joden te schofferen.
Hoe dit ook zij, de grootste aanval op christenen en joden in Nederland komt niet van antisemitische Marokkanen, linkse politici, atheïsten, satanisten, feministen, etc. De grootste aanval komt van christenen en joden zelf. Het is geen rechtstreekse, afgemeten of bewuste aanval. Het gaat om dat wegkijken, zwijgen en focussen op verkeerde zaken, het meest verraderlijke van alles dat je fout kan doen. Ook als er bijvoorbeeld een idiote uitspraak is van de Commissie gelijke behandeling over een christelijke tramchauffeur in Amsterdam die een kruisje niet zichtbaar om zijn nek mag dragen, terwijl zijn islamitische vrouwelijke collega’s breeduit met hun hoofddoek mogen paraderen. Of als Joop van Ooijen de tekst ‘Jezus redt’ van het dak van zijn boerderij moet verwijderen in opdracht van de gemeente Giessenlanden, terwijl op enkele kilometers in grotere letters een commerciële daktekst staat, die geen probleem oplevert. De slappe houding van christenen en joden baart mij ook zorgen bij de eenzijdige kijk van de media op het Israëlisch-Palestijns conflict, iets waarbij Israël steevast wordt afgeschilderd als de voornaamste boosdoener en de Palestijnen als deerniswekkende slachtoffers, zonder een eigen wil of verantwoordelijkheid.

Ik bid voor een effectieve en harde aanpak van de nieuwe Jodenhaat in Nederland. En voor de afkondiging van een campagne die christenen en joden oproept om hun geloof met trots uit te dragen, iets waardoor wellicht de actieve en weerbare houding in een soms vijandige omgeving wordt vergroot en de oorverdovende stilte wordt verlaten.


woensdag 1 december 2010

Ontwikkelingshulp: de vloek van Afrika

Door Stuart Kensenhuis
De Nederlandse regering brengt ontwikkelingshulp terug van 0.8  naar 0.7% van ons Bruto Nationaal Product (BNP[1]).  Hiermee voldoen we nog steeds aan de norm die we internationaal hebben afgesproken, zegt minister-president Rutte.  Dit is niet slechts bedoeld als een bezuinigingsmaatregel, maar ook als een nieuwe manier om geld te besteden en de economie van de derdewereldlanden te stimuleren. “VVD, CDA en PVV zullen altijd noodhulp geven, zeker als er sprake is van grote rampen. Maar, we willen ook klein ondernemerschap uitlokken, bijvoorbeeld met microkredieten. Daardoor groeit de productie en dit heeft als voordeel dat we handel kunnen drijven, iets dat in het belang is van Nederland. Het grote voordeel is ook dat we het geld niet aan regeringen hoeven te geven. Die zijn namelijk niet altijd koosjer”, zegt Rutte verder.
Minder ontwikkelingshulp. Halleluja! Prijs de Heer! De vloek wordt langzaam verbroken. Ik vind eigenlijk dat de hulp meteen met minstens 50% teruggebracht kan worden, want de geldverspilling aan overspelige, corrupte en dictatoriale Afrikaanse politici is mij een doorn in het oog. Niet barmhartig? O jawel, voor de minder bedeelden in mijn omgeving, want ‘charity begins at home’, maar niet voor Afrikaanse regeringen die de voorspoed en het welzijn van hun eigen volk niet of slechts op de laatste plaats van hun lijstje hebben staan.  Gaan we op dezelfde manier verder dan is Afrika over honderd jaar nog steeds een achtergesteld gebied. We moeten af van het idee dat we mededogen tonen voor Afrikanen door geld te geven zonder strenge voorwaarden en controle. Daar worden ze niet beter van. Echt niet. Ook het geven van spullen zal ze niet verder helpen. Als u bijvoorbeeld een waterpomp geeft, doet u de eerste aanzet tot de vernietiging van hun eigen lokale waterpompindustrie. Heeft u daar wel eens aan gedacht?
Armoedebestrijding en economische groei in Afrika heeft een prominente plaats in de beleidsnotities van Westerse landen, maar niet in die van de meeste Afrikaanse regeringen. Er zijn zelfs Afrikaanse landen die nooit aan belastingheffing doen. Waarom? Omdat meer dan 70% van hun begroting bestaat uit Westerse ontwikkelingshulp. Er is zelfs geen enkele noodzaak voor deze regeringen om beleid te maken gericht op hun eigen bevolking of om een fatsoenlijke infrastructuur aan te leggen. Is dit niet merkwaardig? Europa en Amerika te vriend houden, buigen, knikken en geld ontvangen, dat is hun enige gedachte. Miljarden dollars worden ondertussen verborgen gehouden op rekeningen van onder andere Zwitserde banken. Kapitale villa’s, luxe reizen met allerlei callgirls en dure auto’s, vallen ook altijd in de smaak. Hoe meer ontwikkelingshulp we geven, hoe meer we dit gedrag stimuleren. Ophouden met die onzin. Het is genoeg.
Dambiso Moyo
Kent u de econome Dambiso Moyo (Zambia 1969)? Nee? Al tijdens haar studie aan de Harvard University in Amerika stelt ze de vraag waarom Afrika maar niet vooruitkomt. In haar boek ‘Dead aid’ komt ze tot een conclusie: ontwikkelingshulp werkt niet. Zij zegt: “Er is niet één Afrikaans land waar duurzame economische groei of vermindering van armoede is bereikt.” Als u bedenkt dat Afrika in 60 jaar meer dan 1000 miljard dollar aan hulpgelden heeft ontvangen, dan is dit toch wel een schrijnende bevinding. In dezelfde periode zijn veel Aziatische landen zonder noemenswaardige ontwikkelingshulp tot grote hoogten gestegen, terwijl hun startpositie nagenoeg even slecht was.  Moyo komt met oplossingen waar geen cent Europees of Amerikaans geld voor nodig is. “Afrikaanse regeringen kunnen bijvoorbeeld staatsleningen uitschrijven en buitenlandse investeringen aantrekken. Maar ook de export uitbreiden en vooral richten op de opkomende markten, zoals China en India. Verder kunnen ze honderden miljoenen dollars benutten die Afrikanen vanuit het buitenland naar hun familie overmaken. Het is allemaal niet zo ingewikkeld. Andere landen deden dit al met succes.” Moyo staat overigens niet alleen. Ook James Shikwatie (Kenia 1970), econoom en directeur van de Inter Region Economic Network (IREN[2]) en William Easterly (USA 1957), voormalig econoom bij de Wereldbank, delen dezelfde visie.          
Onlangs zag ik op de televisie een hoogwaardigheidsbekleder, zo noemde hij zichzelf, fietsen en schooluniformen uitdelen aan Cambodjaanse aidswezen. “Alsjeblieft jongen, heel veel plezier ermee”, zei de blonde man tegen een kleine Cambodjaan. De jongen pakte zijn fiets en maakte snel dat hij wegkwam. Vermoedelijk dacht hij, net als ik, dat de man leed aan een zonnesteek. Het was een bespottelijk tafereel en dat niet alleen omdat de man Nederlands sprak tegen een kind die vermoedelijk nog nooit in het buitenland is geweest en zeker geen vreemde taal sprak, maar meer nog omdat hij geen idee had waar hij mee bezig was. Die fiets gaat namelijk ooit eens een keer kapot. Dat schooluniform is binnen een redelijk korte tijd te klein. En dan? Komt hij opnieuw langs om uit te delen? Het moet niet gekker worden. Barmhartigheid voor de korte termijn is wat mij betreft hetzelfde als onverschilligheid. Die wezen zijn het beste ermee geholpen als je ze leert om hun eigen fietsen te bouwen en schooluniformen te maken. Desnoods zet je via een joint venture een fabriekje met ze op. Dat stimuleert meteen de lokale economie. Uiteindelijk is dit de kern van ontwikkeling en niet het geven van geld of spullen.
Goed dat Rutte ander beleid inzet voor wat betreft de ontwikkelingshulp. Ik bid dat hij zijn werk kan voortzetten en dat uit het oude iets nieuws voortkomt en voorspoed voor Afrikanen het uiteindelijke resultaat.  

[1] BNP is de totale waarde van alle in Nederland geproduceerde  goederen en diensten in een bepaald jaar.
[2] IREN is een toonaangevende Afrikaanse denktank die ideeën en strategieën bevordert gericht op het verbeteren van de levenstandaard van Afrikanen door middel van het vrije ondernemerschap.

dinsdag 16 november 2010

De 'hondenpoepsoldaat' van de PVV

Door Stuart Kensenhuis 

Geert Wilders, chef gedogen en leider van de PVV, heeft een gesprek met Eric Lucassen, Tweede Kamerlid van dezelfde partij en woordvoerder Defensie, Wonen, Wijken en Integratie. “Wat maak je me nou Eric?” Wilders is pisnijdig. Hij knoopt zijn jasje dicht en krabt aan het puistje op zijn bovenlip. Lucassen zit tegenover hem. Alle lichten in het parlementsgebouw zijn uit, behalve in de vleugel van de PVV-fractie. “Bedreigen van je buren, ontucht met je ondergeschikten in kazerne Ermelo, een week militaire detentie, rottigheid over hondenpoep, dreigen om te pissen door de brievenbus, dat kan toch niet waar zijn?”


Eric Lucassen (PVV)  
Lucassen is stil. Zijn kale hoofd glimt als een biljartbal. Hij kijkt even naar zijn schoenen. Zwarte leren molières. Maat 44. Plotseling laat hij een knetterende scheet. 100 kilo lichaamsgewicht verplaatst zich in zijn stoel van links naar rechts. Daarna kijkt hij Wilders aan alsof er niets aan de hand is. Zelfs de rode kleur van schaamte verschijnt niet op zijn gezicht.
  Wilders loopt de kamer uit. Verbouwereerd. Even later is hij terug. “Ben je klaar met stinken?”
  “Ja. Sorry hoor. Ik heb last van mijn buik.”
  “Dat is niet het enige waar je last van hebt, lijkt me zo.  Ik wil dat je vertrekt uit de Tweede Kamer. Je bent een last voor de partij en de coalitieregering.”
  “Ja, maar ik krijg nooit meer zo’n aardig inkomen. En dat wachtgeld is ook niet mis. Dus vertrekken, ik denk het niet.”
 Wilders kookt van woede, maar blijft beheerst. Hij kijkt Lucassen recht in de ogen en denkt na. Op zijn hoofd ziet hij geen horentjes. Een satanische lach heeft hij ook niet gehoord. Hoe kan ik het beste afscheid nemen van deze oetlul? Laat ik hem zitten, dan is hij aangeschoten wild en word ik aangesproken op zijn handelingen en gedrag. Stuur ik hem weg, dan verliest de regeringscoalitie zijn meerderheid.          
  “Ik word je nieuwe hondenpoepsoldaat,” zegt Lucassen ineens. 
  Wilders weet niet wat hij hoort. “Ben je gek geworden?” In zijn stem klinkt razernij. Een lijfwacht klopt op de deur en vraagt of alles goed is. Wilders stuurt hem weg. Dan richt hij zich weer tot Lucassen en schreeuwt: “Je bent al te ver gegaan.”  
  “Ja, ik weet het, maar ik bedoel het niet vervelend. Ik ben serieus over mijn voorstel. Luister nou even: ons volk gaat ten onder aan een gebrek aan kennis. Dit staat in Hosea 4 vers 6 van de Bijbel. Ik breng kennis over hondenpoep. Weet je, in de Badelochstraat in Haarlem heb ik er veel over geleerd. Daar, in mijn oude buurt, ben ik een  expert geworden. Geloof me maar.”    
  Wilders staat op en wil weglopen. Zoveel ketelmuziek heeft hij in zijn politieke carrière nog nooit gehoord. “De Bijbel misbruiken,” zegt hij, “hoe laag kan je vallen man?”
  “Er zijn ook veel buitenlandse honden bij,”  probeert Lucassen.
  Wilders blijft staan. Hij bedekt zijn mond met zijn rechterwijsvinger, maar zijn ogen zijn groot en een glimlach verraad dat hij blij is met iets geheel onverwachts. Langzaam draait hij zich om en buigt zich voorover naar Lucassen: “Over welke honden praten we hier? Moslims?”
  “Ja, natuurlijk. Bijvoorbeeld de Marokkaanse Wolfhond en de Turkse Poedel,  maar ook de Antilliaanse draadhaar. Ik ken ze en die poep is niet zuiver Geert, daar moeten we echt iets aan doen.”  Lucassen kijkt er triomfantelijk bij. Hij weet dat hij Wilders in de tang heeft en ook de regeringscoalitie.    


Twee dagen later. Een Persconferentie in Nieuwspoort Den Haag.  Wilders: “Wat er de afgelopen dagen tussen Lucassen en ik is besproken ga ik u niet vertellen. Hij mag in de fractie blijven, maar hij is niet langer woordvoerder Wijken en Defensie. 
  Lucassen: “Ik heb heel veel vertrouwen stuk gemaakt en ik ga hard werken om dit vertrouwen terug te winnen.”
Na de persconferentie rijdt Lucassen naar huis. Het is al donker als hij ter hoogte van Haarlem   een schitterend idee krijgt, althans, zo denkt hij erover.  In zijn oude wijk woont nog steeds de buurvrouw waarmee hij vaak ruzie had, een ergerlijk mens met een blonde pruik en een hond van onduidelijke afkomst.  Tegenover haar huis verstopt hij zich in het struikgewas en kijkt schichtig  om zich heen. Even later: een korte sprint. Bij haar voordeur laat hij zijn broek van zijn dikke achterwerk afglijden,   hurkt en draait een kolossale drol.      

Hoe geloofwaardig is een partij die anderen (lees: vooral allochtonen) de maat neemt, maar de eigen buurtterrorist ongemoeid laat?  U mag het zeggen.

dinsdag 9 november 2010

VVD zwetst over de publieke omroep

Door Stuart Kensenhuis
Ik wil niet dat de publieke omroep met belastinggeld nieuwe activiteiten op internet  ontwikkeld, zegt Anouchka van Miltenburg, Tweede Kamerlid en woordvoerder mediabeleid van de VVD. Hierin wordt ze gesteund door de PVV. Als voorbeeld noemt ze nieuwswebsites. Volgens de mediawet mogen omroepen zich met internet bezighouden, maar dit wil ze via een wetswijziging veranderen. Van Miltenburg zegt verder: “Nieuwe media moeten zoveel mogelijk door commerciële organisaties worden ontwikkeld. De publieke omroep is aanvullend. Hun kerntaak is radio- en televisie programma’s maken. En dat mogen ze beschikbaar stellen via bijvoorbeeld Uitzending gemist of hun eigen sites, maar als ze zich op nieuwe markten begeven vind ik dit oneerlijke concurentie.” 
Anouchka van Miltenburg (VVD)
Maar, wacht eens even. Als van Miltenburg stelt dat de publieke omroep met belastinggeld nieuwe activiteiten op internet ontwikkelt, dan geldt dit evenzeer voor commerciële media. Het is gewoon een mythe dat private mediabedrijven alleen met eigen geld risico’s nemen. Wellicht heeft ze nog nooit gehoord van de aftrekposten voor ondernemers bij de Belastingdienst. Bijvoorbeeld de Startersaftrek, de Zelfstandigenaftrek,  de Mkb-winstvrijstelling, de Tijdelijke willekeurige afschrijving en de Fiscale oudedagsreserve en lijfrenteaftrek. Op zichzelf beschouwd is dit een verkapte vorm van subsidie waardoor ondernemers minder belasting betalen.  Maar ook als het gaat om het afdekken van risico’s schiet de overheid te hulp. Bijvoorbeeld met de Borgstelling Mkb-kredieten. Als het misgaat wordt het risico afgewenteld op de belastingbetaler. U en ik dus. En dan heb ik het nog niet eens gehad over allerlei subsidies die mediabedrijven kunnen krijgen voor leer-werkplekken van jongeren en allochtonen. Kijkt u ook eens op de site van het Stimuleringsfonds voor de pers. Zeven subsidieregelingen zijn daar beschikbaar om de informatie en opinievorming te bevorderen. Dus, waar heeft die van Miltenburg het over? Wellicht is dit gezwets voor de eigen VVD-parochie en voor de duistere tunnel van de PVV. Maar, daar hoeven u en ik toch niet in te trappen? 


En dan nog iets: nieuwswebsites noemt van Miltenburg als voorbeeld van de nieuwe activiteiten, die ze via een wetswijziging aan banden wil leggen. NOS.nl is de enige website van de publieke omroep die het nieuws brengt. Exacte cijfers heb ik niet, maar ik durf er veel om te wedden dat hij minder kost dan een gemiddeld actualiteitenprogramma met een studio, camera en presentator. Wegbezuinigen heeft dus niet zo veel zin, voorzover van Miltenburg hieraan denkt. En waarom ze dit ziet als een nieuwe activiteit is voor mij echt een raadsel. Nieuws brengen is toch een kernactiviteit van de NOS? Straks mag de NOS allleen berichten publiceren over internet, de nieuwe media of de digitale cultuur, maar er zelf niet aan meedoen. Dat is toch niet in het belang van de nieuwsconsument? Terug naar het stenen tijdperk of de periode van de Afrikaanse trommel waarmee je berichten kunt versturen. Dat gevoel krijg ik een beetje als ik naar van Miltenburg luister. Maar bovenal heb ik het vermoeden dat ze onder valse voorwendselen bezig is met een aanval op de linkse media, iets dat in de ogen van de rechtse politiek vaak hetzelfde is als de publieke omroep.
Nee, ik kijk ook niet graag naar een vadsige Paul de Leeuw die propaganda maakt voor de ‘heilige homosexualiteit’ of opnieuw een gehandicapte beledigt. En ik walg van die linkse mediacultuur waarin het soms lijkt dat je alleen meetelt als je anti God bent of Zijn enig geboren Zoon de Here Jezus bespot. Maar fundamenteel onjuist is als de ontwikkeling van de journalistiek en media in de moderne tijd wordt beknot en daarmee dus ook de vrijheid van meningsuiting. Dit accepteer ik niet van links, maar ook niet van rechts. Van Miltenburg beseft vermoedelijk niet hoe verstrekkend haar voorstel is. Gelukkig vindt coalitiepartner CDA dat de publieke omroep volop actief mag zijn op het internet. Als ze blijft volharden noem ik haar voortaan de dwaas die geen behagen schept in inzicht, maar hierin: dat haar hart zich blootgeeft. Deze tekst staat in Spreuken 18 vers 2 van de Bijbel. Ik bid dat ze een bron van wijsheid vindt die haar nog eens de passage over de media uit het regeerakkoord uitlegt: internet kan je niet los zien van de publieke omroep.      

woensdag 27 oktober 2010

Groenlinks wil geen veiligheid


Door Stuart Kensenhuis

Preventief fouilleren is een ongewenst middel in de strijd tegen criminaliteit en overlast, zegt Sven Meeder, woordvoerder van de Groenlinksfractie in stadsdeelraad Amsterdam-West. Groenlinksbestuurders in zowel het stadsdeel als de gemeenteraad stemmen tegen een plan hierover van burgemeester Eberhard van der Laan. Volgens hem is het aantal wapenincidenten aanzienlijk gedaald sinds de invoer van preventief fouilleren in andere delen van de hoofdstad, waaronder Zuidoost en Centrum. Meeder wil hier niets van weten: “Het is een grote inbreuk op de privacy van burgers. Daarnaast is het weinig effectief en politiemiddelen worden inefficiënt gebruikt.”   
  


Mist u iets in de reactie van Meeder? Ik wel. Ik mis de bewogenheid voor Fred Hund, de juwelier die onlangs in de Jan Evertsenstraat  in West is overvallen en doodgeschoten. Welk Groenlinksraadslid denkt aan zijn familie die nu verder moet zonder hem? Het is overigens niet de eerste keer dat hij is  overvallen. Tientallen andere ondernemers in de Jan Evertsenstraat en andere winkelstraten in West is hetzelfde overkomen in de afgelopen vier jaren. Winkeliers klagen steen en been en voelen zich in de steek gelaten door de gemeente, politie en justitie. Is Groenlinks hiervan op de hoogte? Zo ja, hoe is het dan mogelijk dat is gestemd tegen het plan van de burgemeester, iets waarmee in een aantal andere stadsdelen van Amsterdam en andere steden in Nederland al is bewezen dat het werkt?      

Meeder noemt privacy als belangrijkste reden waarom Groenlinks niet akkoord gaat met preventief fouilleren. Merkwaardig, want dat is hier niet in het geding. Nee, bedreiging van uw privacy hoeft u niet te accepteren. Bijvoorbeeld als iemand ongevraagd door uw huis loopt, de chipolatapudding uit uw ijskast eet, uw liefdesbrieven leest, uw geheime blootfoto’s op internet plaatst, het telefoongesprek met uw partner afluistert of een dikke rode streep door de laatste versie van uw Statenbijbel trekt. Maar als u ergens in Amsterdam-West loopt, fietst of rijdt, wat is daar nu zo privé aan? U bent dan in de publieke ruimte en kunt proberen om anoniem te zijn, maar dat is geen grondrecht. Als aan u, in het licht van het wapengeweld van de afgelopen jaren, wordt gevraagd om mee te werken aan het preventief fouilleren, komt hoogstens de onaantastbaarheid van uw lichaam ter sprake. Maar, zoals u ongetwijfeld weet uit artikel 11 van de grondwet, hier kan de wet beperkingen aan stellen.  

Niemand zal betogen dat verkeers en alcoholcontroles maar moeten worden afgeschaft omdat het een grote inbreuk is op de privacy. Dat zou onzinnig zijn, vindt u niet? Waarom wordt dit argument dan gebruikt bij preventief fouilleren? Hierbij gebeurt niet wezenlijk iets anders. In beide gevallen moet u vanwege de wet iets dulden aan uw lichaam.  In het ene geval krijgt u een blaaspijpje in uw mond gestopt en moet u blazen. Later kan eventueel bloed worden afgenomen. In het andere geval wordt u aan uw kleding en lichaam onderzocht op wapens of andere verboden zaken. Simpel toch? Wie kan er tegen zijn als de veiligheid in de gemeenschap hiermee aantoonbaar gediend is? Als ik van een Groenlinkser dan een betoog hoor over privacy, moet ik meteen denken aan de valse leermeesters die in Galaten 1 vers 8 en 9 van de Bijbel worden besproken.

Wellicht maken de Groenlinksers zich druk over de rechtstaat waarin we leven. Nou, ik heb nieuws voor ze: hij is nog steeds fatsoenlijk en behoorlijk op orde. We leven niet in de communistische heilstaten die door uiterst linkse stromingen werd bewonderd, een deel waaruit Groenlinks is ontstaan. Niemand hoeft in het algemeen in dit land te vrezen dat hij vervolgd wordt, voor iets waarvan niet is bewezen dat hij het gedaan heeft. En als het dan een keer misgaat is er altijd wel een juridisch mechanisme om dit te corrigeren. Maar om die rechtstaat te waarborgen is de focus op veiligheid noodzakelijk en bewogenheid voor de slachtoffers van criminelen en ander gespuis van groot belang. Of denkt u dat u zonder veiligheid wel kunt genieten van uw vrijheid? In dit verband lijkt het beroep op de privacy door Groenlinks, bij het afwijzen van preventief fouilleren, meer op een schop na aan de vermoorde juwelier Fred Hund en de andere ondernemers in Amsterdam-West.      

Gelukkig dat de stadsdeelraad niet de definitieve beslissing neemt over de invoer van het plan. Dat doet de gemeenteraad. En hier heeft Groenlinks niet de meerderheid. Toch bid ik dat ze tot inkeer komen en niet langer voorbijgaan aan de onveiligheid in Amsterdam-West en de manier waarop dit opgelost kan worden. Want dit is wat mij betreft de echte nood en niet de privacy van burgers.

woensdag 13 oktober 2010

Marionet van Bouterse

Door Stuart Kensenhuis
Minister Martin Misiedjan van Justitie en Politie is een marionet van Bouterse, zegt de Surinaamse  advocaat Freddie Kruisland. Hij is verbolgen over de beslissing om de politieagenten terug te trekken, die zorgen voor de beveiliging van rechters en officieren van Justitie bij het 8 december proces. In deze rechtszaak is  president Bouterse de belangrijkste verdachte van moord op 15 critici van zijn bewind in 1982. Kruisland zegt verder: “Ik maak mij zorgen over de ondermijning van de rechtspraak. Rechters hebben het gevoel dat ze op hun tellen moeten passen.”
Minister Martin Misiedjan

In mijn vorige column schreef ik over de beslissing  om militairen de straat op te sturen voor patrouilles met de politie. Eigenlijk lijkt het meer, net als in de jaren 80, op een van de voorboden waarmee de ontmanteling van de rechtstaat is begonnen, stelde ik 12 dagen geleden. In deze periode is Marjory Sanches door Misiedjan uit haar functie ontheven. Zij was al 3 jaar de woordvoerder van het 8 december proces, maar eigenlijk in dienst van het ministerie van Justitie en Politie. We maken deel uit van de uitvoerende macht. Er moet een strikte scheiding zijn met de rechterlijke macht,  gaf Misiedjan als reden.
Ook in deze periode kwam Bouterse met zijn regeringsverklaring. Vanaf medio 2011 is er een  militaire dienstplicht voor alle Surinaamse mannen en vrouwen tussen de 17 en 26 jaar, zei hij onder andere. Ik dacht: waar is de oorlog? Deze maatregel staat namelijk niet in het programma van Bouterse’s partij de NDP. En, hij is ook nooit op een verkiezingspodium  of in het parlement besproken. U begrijpt het al: hij kwam binnen als een donderslag bij heldere hemel. Visioenen schoten voorbij van een intens gemene periode waarin militairen worden gebruikt om kwade zaken te doen. 4 beslissingen in korte tijd met een onheilspellende lading: de geur van machtsmisbruik.  Hoe denkt u nu over de Surinaamse rechtstaat?
Ik ontkom niet aan de indruk dat Bouterse en zijn kornuiten in militaire en juridische zin hun greep op het land willen krijgen. Niet verwonderlijk. Bouterse is militair in hart en nieren en denkt in termen van overleven. Hij speelt het slim. Maar, gebruikt hij zijn presidentschap om zijn machtsbasis te verstevigen en om invloed uit te oefenen op de rechtszaak tegen hem? Alleen een goedgelovige Job zal hier nee op antwoorden. En als hij niet al te frisse adviseurs uit ‘de goede oude tijd’ om zich heen verzameld, dan weet u meteen waar de werkelijke macht zit. Niet in de regering van welwillende, maar zwakke ministers.  Linkse politieke ideologen, verdachten in het 8 december proces of regelrechte beulen, bepalen achter de schermen het beleid. Vanuit die hoek komt,  om een andere reden dan het lijkt,  het advies over de scheiding der machten en de bezuinigingen. Misiedjan kan daar vooralsnog niet om heen.
Afgelopen zondag sprak mijn pastor over Genesis 8 vers 6 t/m 12 van de Bijbel: de keuze tussen de raaf en de duif. In de Bijbel is de duif een rein dier. De raaf is het tegenovergestelde. In de tekst leert Noah om te steunen op de duif in verband met de situatie buiten zijn ark. Een goede keuze. Hij had ook voor de raaf kunnen kiezen. Immers, God beperkt ons niet. Als morele wezens zijn we vrij om te kiezen tussen goed en kwaad. Vermoedelijk werkt Misiedjan in dit verband  aan zijn getuigenis. Hij is nog aan het leren in welke richting hij moet gaan en hoe hij het krachtenveld in de Surinaamse politiek moet doorstaan. Wellicht is dit de verklaring waarom hij toestaat dat Bouterse en zijn maten hem als een marionet gebruiken om hun agenda uit te voeren.
Ik bid dat hij zonder last mag werken aan de verbetering van de Surinaamse rechtstaat. En dat hij een democratisch doel voor ogen heeft waarbinnen hij een keuze maakt voor de duif en nooit voor de raaf. Maar ook dat hij de boodschap begrijpt van de geweldadige machtsovername in 1980 door Bouterse en zijn ‘vriendenclub’, een actie waarvoor Suriname nog steeds geen ‘healing’ heeft gevonden. Nooit meer vernietiging,  nooit meer het kwaad. Zal het lukken met Misiedjan?   

donderdag 30 september 2010

Regering Bouterse stuurt militairen de straat op

Door Stuart Kensenhuis

Regering Bouterse van Suriname stuurt militairen de straat op  voor patrouilles met de politie. Hoe lang de ingreep duurt, om hoeveel soldaten het gaat, wat de kosten zijn en welke wapens worden ingezet, is niet bekend gemaakt. Tijdens de persbriefing zei minister Martin Misiedjan van Justitie en Politie het volgende: “Misdaden zijn niet aanmerkelijk toegenomen. Er is hooguit sprake van verruwing, maar de burger moet beschermd worden.” Naast hem zat Lamuré Latour,  minister van Defensie en Delano Braam, korpschef van politie.

Foto: Annelies Verhelst


Ik heb lang nagedacht of ik over deze ingreep een column moest schrijven. Ogenschijnlijk is hier sprake van een goede maatregel om de criminaliteit te bestrijden. Het gaat om het vergroten van het veiligheidsgevoel. En zo wordt het ook gebracht. Wie kan daar tegen zijn? Maar, al bij zijn aanstelling zei minister Latour van Defensie dat hij meer militairen in de straten wilde zien. Niet lang daarna bracht hij een bezoek aan de Memre Boekoe kazerne en hij zinspeelde op de terugkeer van de goede oude tijd. Wat dit ook moge betekenen. Onlangs zag ik een kookprogramma op de Nederlandse televisie. Met slechte ingrediënten kan je nooit een goed gerecht maken, zei een kok.  Daarna las ik Matthéüs 12 vers 33 uit de Bijbel: ‘acht de boom goed, maar dan ook zijn vrucht. Of acht de boom slecht, maar dan ook zijn vrucht. Want aan zijn vrucht kent men de boom.’  Het kwartje viel en ik wist precies wat mij te doen staat. 

Weet u het nog? Begin jaren tachtig. Televisiebeelden vanuit Paramaribo Suriname. Vooral jonge zwarte mannen,  liggend op hun buik in het gras.  Alleen hun onderbroek hebben ze nog aan. Hun handen zijn op de rug  gebonden.  Militairen slaan met de bullepees of met de kolf van een geweer. Hard en raak. Huilen. Vragen om vergeving in het Surinaams. Een man staat  goedkeurend te kijken. Het is Henk Herrenberg, Bouterse aanhanger en de latere ambassadeur in Nederland voor de republiek Suriname. Met elke slag is de rechtstaat verder vernietigd. Het kan hem vermoedelijk niet zoveel schelen of hij heeft er nooit zinnig over nagedacht. Het is één van de voorboden van het grotere kwaad dat in de jaren daarna in Suriname gebeurde. “Als ik me zou moeten afvragen wat voor problemen mensen hebben met militairen, dan zeg ik: ik zou dat niet weten,” zei minister Latour onlangs. Heeft deze man een gebrek aan inzicht of trekt hij weinig lering uit dat wat in het verleden is gebeurt? U mag het zeggen.

Cijfers over de stand van de criminaliteit zijn niet genoemd door de heren ministers. Meten is weten, is een gezegde dat in dit geval wel geldt. Maar ja, als je niet meet.... En dan de kosten voor deze operatie. Twee weken geleden zei Wonnie Boedhoe, de Surinaamse minister van financiën, dat de overheid zich alleen de meest dringende uitgaven kan veroorloven. Hoe valt dit te rijmen met de ongetwijfeld hoge operationele kosten voor de inzet van militairen? En, kan dit geld niet beter besteed worden aan de versterking van de politieorganisatie? Ook hier heb ik niemand over gehoord.  Wat doet het zogenaamde verhoogde veiligheidsgevoel voor de toerist, die het land binnenkomt met de harde valuta waar de Surinaamse overheid een gebrek aan heeft? Ik krijg namelijk een heel ander gevoel als een soldaat in een camouflagepak en een uzi mitrailleur voor mijn neus verschijnt, maar dit even terzijde. Sommige mensen kunnen mijn vragen missen als kiespijn, ik weet het. Maar dit zijn toch vragen waar ik beslist op zou inzoomen als ik in Suriname woonde.
      
In een wereld die verguld is van zondige mensen, is de inzet van politie en justitie onvermijdelijk. Een Surinaamse politieagent is getraind om in overeenstemming met de geldende rechtsregels, de orde te handhaven en hulp te verlenen. Het gebruik van geweld is gekoppeld aan een geweldsinstructie. Zo niet voor een militair. Hij of zij is getraind om tegenstanders snel uit te schakelen en eventueel te doden. Daarom is bij hun inzet de nodige voorzichtigheid geboden en moet er een uitzonderlijke situatie aan ten grondslag liggen. Ik denk aan terreur, rampen, oorlog, etc. Heeft u de bijzondere situatie die hun inzet rechtvaardigd al gevonden? Ik niet hoor. Niet in de argumentatie van de minister van Justitie en Politie, noch in die van de minister van Defensie. Waarom dan de inzet van militairen? Ik hoop op een gevalletje ‘windowdressing’.  Maar eigenlijk lijkt het meer, net als in de jaren tachtig, op een van de voorboden waarmee de ontmanteling van de rechtstaat is begonnen. Ik blijf het volgen en ik bid voor voorspoed  en veiligheid van dit volk dat me aan het hart gaat. U hoort nog van mij.

maandag 13 september 2010

‘Geen cv’s meer van waarheid en leugen’

Door Stuart Kensenhuis

Vanaf 2012 is er een centraal landelijk diplomaregister. De ministerraad heeft hiermee ingestemd op voorstel van staatssecretaris Van Bijsterveld van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Hierdoor kunnen onderwijsinstellingen, burgers, werkgevers en de overheid bij één loket terecht voor controle van een diploma. Dit is tevens een voorziening bij brand of diefstal.

Charles Schwietert
Denkt u meteen aan Charles Schwietert als u dit bericht leest? Ik wel hoor! Zijn ‘pijnlijke val’ staat in mijn geheugen gegrift als de dag van gisteren. Met een  curriculum vitae (cv) van waarheid en leugen probeerde hij namens de VVD een plekje in de Nederlandse politieke geschiedenis te verwerven. Dat is hem gelukt, maar wel om een andere reden dan hij vermoedelijk in gedachten had. “Ik heb te snel ja gezegd tegen het verzoek om staatssecretaris van Defensie te worden. Bovendien heb ik de tegenstand bij mijn benoeming schromelijk onderschat,” jokte hij bij zijn aftreden in november 1982.

De waarheid is echter dat voor zijn naam de titel doctorandus stond, terwijl hij nooit was afgestudeerd aan een universiteit. Ook zijn bewering dat hij tijdens zijn militaire dienst luitenant was geweest, klopte voor geen meter. Hij had het niet verder geschopt dan korporaal. Schwietert is slechts 3 dagen staatssecretaris geweest, een record dat pas in 2002 werd aangescherpt door Philomena Bijlhout van de LPF. Zij moest al na een paar uren het ‘bijltje’ erbij neerleggen als staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het ging om haar periode bij de Volksmilitie in Suriname. Net als Schwietert had ze onjuiste informatie verstrekt. Een doodzonde in de Nederlandse politiek.

Waarschijnlijk is Schwietert daarna nooit vervuld van de Heilige geest, want in 1994 raakt hij opnieuw in opspraak. Hij beweerde dat hij was gepromoveerd in de politicologie aan de Hawthorne university in Salt Lake city USA. Volgens de Nuffic, de Nederlandse organisatie die onder andere buitenlandse diploma’s beoordeeld, was dit geen erkende universiteit. Zijn diploma had dus geen enkele waarde. Een anonieme bron onthulde niet lang daarna dat hij met een vervalst academisch diploma toegang had gekregen tot het promotierecht. De onderwijsinspectie van de staat Utah begon daarna een onderzoek, waarop Schwietert besloot om zijn diploma in te leveren. Tegenwoordig is hij communicatieadviseur en schrijver.

Evan Rozenblad
Ook Evan Rozenblad probeerde met een 'opgepimpt' cv een politieke functie te verkrijgen. In 1994 was hij een van de nieuwkomers voor de PVDA in de Tweede Kamer. In zijn cv stond dat hij kandidaatsexamen rechten en ook propeduese examen economie had gedaan. Na de verkiezingen bleek dat hij alleen een paar colleges had gevolgd. Verder bleek na onderzoek dat hij geen directielid was geweest van de Anton de Kom universiteit in Paramaribo Suriname. Daar was hij   slechts één van de leidinggevenden van de bibliotheek.

Vlak voor de verkiezingen in 1994 had Rozenblad een kort vraaggesprek op de televisie met Wouke van Scherrenburg, de blonde ‘pitbull’, van de Nederlandse politieke journalistiek. “Hoe gaat u straks om met moeilijke vragen van journalisten?” Toen Rozenblad in zijn antwoord het woord bestrijden gebruikte, wist ik genoeg. Dit is geen serieus politicus, dacht ik. Met zijn ringbaardje en sinds lang verouderde taalgebruik leek hij meer op een Surinaamse schuinmarcheerder, maar dit even terzijde. Niet veel later kwam het probleem met zijn cv aan het licht en kon hij gaan ‘genieten’ van een riant wachtgeld. Tegenwoordig woont hij in Suriname. Daar is hij onder andere lid van het ondersteuningcomité van de Surinaamse fietsersbond. Daarnaast verzorgt hij lezingen en vertelt hij verhalen aan kinderen. Sprookjes, vermoed ik.

Goed dat de overheid een diplomaregister instelt. Maar in de politiek doet een titel meer of minder eigenlijk niet ter zake. In het koninkrijk van God overigens ook niet. Dr., drs., mr., bachelor of master, who cares? Het gaat erom dat je goed en betrouwbaar bent. Jammer dat Schwietert en Rozenblad zich dit niet hebben gerealiseerd. 

dinsdag 7 september 2010

Het masker van Geert Wilders is afgevallen

Door Stuart Kensenhuis

Geert Wilders heeft de formatiebesprekingen opgezegd. Hij wil absolute zekerheid dat de samenwerking niet door dissidenten in het CDA wordt geblokkeerd. Het gaat vooral om Ab Klink, Kathleen Ferrier en Ad Koppejan. “Een mogelijk ja van het CDA-congres moet bindend zijn, anders moeten ze hun Tweede Kamerzetels ter beschikking stellen,” zegt Wilders. Het CDA kan niet aan zijn eis voldoen.

Klink heeft gisteren plotseling besloten om toch uit de Tweede Kamer te vertrekken. Wellicht onder druk van zijn eigen fractie. “Er zijn nog twee dissidenten over,” huilt Wilders, alsof u en ik niet meer kunnen tellen.


Foto door Alex MacNaughton

Tja, 1.5 miljoen kiezers in de steek laten en doen alsof het aan een ander ligt. Je moet maar durven. In Lucas 8 vers 16 van de Bijbel, staat een tekst waar ik onmiddellijk aan moest denken toen Wilders opzegde. ‘Niemand steekt een lamp aan en bedekt die met een vat of zet haar onder een bed, maar hij zet haar op een standaard, opdat wie binnentreden het licht mogen zien’. In relatie tot Wilders vertaal ik de tekst als volgt. Hij is de besprekingen ingegaan en probeerde om zo goed mogelijk zijn ware karakter te verhullen. Klink, onderhandelaar naast Maxim Verhagen en het geweten van het CDA, voelde zich er ongemakkelijk bij. Hij zag het masker van Wilders. En toen dit definitief was afgevallen kwam ook meteen iets anders aan het licht: een gebrek aan politiek strategisch inzicht.

Had Wilders niet door dat het CDA-congres met een behoorlijk akkoord gewoon ja had gezegd? Had Verhagen hem niet verzekerd dat hij de bezwaren van de dissidenten kon wegnemen? Of dat er voor hun gedachtegoed niet echt weerklank was in de fractie? Over het hele pakket aan wensen was op een haar na een akkoord bereikt. Bezuinigingen, veiligheid, immigratie en asiel, ze waren al behandeld. Dan wacht je toch even rustig de democratische besluitvorming in het CDA af? Wat had hij te verliezen? Niets!

Waarom gaat Wilders dan 'voor het zingen de kerk uit'? Dat doe je niet als je stoer bent en met genadeloze ‘oneliners’ iemand de hoek in kan drijven. En ook niet als je het belangrijkste principe kent in de politiek: de juiste keus maken, op het juiste moment. Dit principe is bekend in Langetabbetje Suriname, in Timboektoe Mali, maar ook in Den Haag en in de rest van de wereld. "Het vertrouwen was weg", zei Wilders. Lariekoek! Onze peroxide blonde vriend heeft gewoon een bijzonder gebrek voor een politicus: niet verder kunnen kijken dan het moment, en daarnaar durven handelen.

In geen twintig jaar komt deze kans voor Wilders terug. Ik geloof er niet in. Zelfs niet als de twee andere dissidenten, Ferrier en Koppejan, de CDA-fractie verlaten. Als dit gebeurt is er sprake van een scheuring binnen het CDA, een zuivering uit opportunistische overwegingen, iets waarmee het CDA een behoorlijke ruk naar rechts maakt. Wellicht dat de fractie daar geen probleem mee heeft, maar het CDA bestaat uit meer leden. Die zullen zich nog harder gaan roeren. Dan is er sprake van een instabiele partij. Daar wil niemand mee samenwerken. Ook niet als je tot dezelfde politieke familie behoort.

Op de langere termijn zie ik de PVV ook niet in de regering komen omdat het percentage linkse en rechtse kiezers in Nederland altijd ongeveer gelijk verdeeld is. Wilders heeft geen boodschap aan samenwerken, binden en gedogen, dus over links zal het niet lukken. Over rechts zou hij alleen met de VVD in de toekomst een regering kunnen vormen. Maar ook dit is onwaarschijnlijk omdat de VVD kleiner wordt naarmate de PVV groeit. Meer dan 75 zetels halen ze samen dus nooit. Ik kan me sterk vergissen, maar ik denk dat het voor de PVV en Wilders voorlopig is uitgespeeld.

En hoezeer dit door zijn tegenstanders ook wordt bejubeld, ik vind het jammer. Want zoals ik de vorige keer al schreef, Wilders stelt terecht een kernvraag in de politiek, waar de linkse partijen en het CDA niet of nauwelijks hun vingers aan willen branden. Is de islam een probleem in Nederland en andere westerse samenlevingen? Ik vind het niet meer dan redelijk dat de stem van zijn kiezers via hem wordt gehoord. Het gevaar van uitspattingen is anders niet denkbeeldig. Praat bijvoorbeeld eens met mensen in de oude wijken van de grote steden, die de "verdergaande islamisering" volgens Wilders, aan den lijve ondervinden. U weet dan precies wat ik bedoel.

Tenslotte nog even dit: gisteren heeft Wilders advies uitgebracht aan koningin Beatrix over een nieuwe consultatieronde voor de kabinetsformatie. Hij was jarig en bracht een Limburgse vlaai voor haar mee. Ik heb voor haar gebeden dat God haar beschermt. En ook dat ze die vlaai meteen in de vuilnisbak kiepert. Van een man die enkele jaren geleden zei dat hij de koningin niet in de regering wil, zou ik namelijk niets te eten aannemen. U wel?



woensdag 1 september 2010

Geert Wilders moet even dimmen

Door Stuart Kensenhuis

Geert Wilders vindt dat prominente CDA-leden een hetze voeren tegen de PVV. Hij reageert hiermee op de open brief van ex-minister Veerman en anderen over de kabinetsformatie. ’Wacht even de onderhandelingen af en stop met het demoniseren van 1.5 miljoen kiezers,’ schrijft Wilders op zijn twitterpagina. Dit is zijn tweede uitval in korte tijd naar het CDA. Onlangs noemde hij partijvoorzitter Bleker een enorme zeurpiet.

Niet zeuren!

Ik denk dat Wilders even moet dimmen, want hij heeft het CDA nodig om zijn politieke invloed te vergroten. Met steun aan een minderheidskabinet van VVD en CDA houdt hij perspectief op een rechts-liberaal beleid en uitvoering van een deel van zijn partijprogramma. Anders dreigt voor zijn partij een echec, net als bij de gemeenteraadsverkiezingen in Almere en Den Haag. Grote zetelwinst, maar geen politieke verantwoordelijkheid. Nog een paar keer zo’n zeperd en de PVV staat definitief bekend als de partij die roept en zwaait, maar niet binnen wordt gelaten.

U weet hoe het is gegaan met het Vlaams Blok/Belang in België, een partij die je kunt vergelijken met de PVV in Nederland. Jarenlang groot en sterk, nu klein en zwak. Wilders loopt hetzelfde risico met zijn partij. En de CDA-leden de schuld geven als hij nu buiten wordt gelaten heeft geen zin. Daar trapt niemand in. U wel? De partijvoorzitter van je belangrijkste toekomstige partner een zeurpiet noemen, vind ik wat dat betreft niet echt slim. Alsof het CDA de PVV nodig heeft. Nee hoor! Die gaan net zo makkelijk de oppositie in. En over vier jaar weer terug groeien. Ja, daar hebben ze geen twijfels over in het CDA. Dus, even dimmen.

Niemand zal ontkennen dat Wilders welbespraakt is, duidelijk en altijd klaar om iemand verbaal om de oren te slaan met een ‘oneliner’. Ik moet eerlijk bekennen dat ik soms erg om hem moet lachen, al is het maar omdat hij durft te zeggen wat anderen alleen durven te denken. Maar strategisch dom is toch echt een negatieve ‘oneliner’ loslaten op de partner die sowieso al twijfels had over de samenwerking. En van die etnische registratie in zijn partijprogramma moet ik al helemaal niets hebben. Brrr! VoIgens mij steigeren ze in het CDA daar ook over. Ik wil dan niet meteen denken aan de deportatie en vernietiging van de Joden in de Tweede Wereldoorlog, maar het scheelt niet veel. Als hij bovendien zegt dat hij alleen werkt voor Henk en Ingrid, de exponenten van de Hollandse cultuur, dan vraag ik me meteen af waar ik dan in pas. Nergens dus.

Maar, ook ik moet toegeven dat hij, na de dood van Pim Fortuyn, een belangrijke verdienste heeft voor de Nederlandse politiek. Hij mobiliseerde nog meer het ongenoegen in de samenleving over de steeds verdergaande islamisering. Zijn kernvraag: is de islam een probleem in Nederland en in andere westerse samenlevingen, is terecht gesteld en op de politieke agenda geplaatst.  Geen linkse partij of het CDA heeft zich tot nu echt hieraan gewaagd. Wellicht bang voor electoraal verlies bij de verkezingen door het wegtrekken van de allochtone kiezers. En dat is jammer. Want nu lijkt het wel alsof opkomen voor dit waardevolle land, er trots op zijn, de veiligheid bewaken en je cultuur verdedigen, uitsluitend een rechts thema is. Dom, dom, dom van die linkse partijen. En ook van het CDA.

Toch moet Wilders zich nog even inhouden. Wellicht moet hij zijn ‘oneliners’ in het zand schrijven, naar het voorbeeld van Jezus in het boek Johannes 8 van de Bijbel. Hiermee toont hij bewogenheid voor zijn tegenstanders door ze niet openlijk voor schut te zetten. Kan Wilders dit? Hmm, ik weet het niet. Laat ik toch maar even voor hem bidden. Maar ook voor een regering die perspectief ziet in de mensen die in dit land samenwonen. Autochtone en allochtone Nederlanders. Het maakt niet uit. Daarom bid ik bovendien dat mensen bevrijd worden van xenofobe gevoelens en terroristische toestanden, zoals van radicale islamieten en nog meer van dat soort gevaarlijk tuig.