maandag 23 augustus 2010

Obama: christen of moslim

Door Stuart Kensenhuis

President Obama is een moslim, zegt 18 procent van de Amerikanen. Een toename met ruim 7 procent in vergelijking met vorig jaar. 43 procent heeft geen idee welke godsdienst hij belijdt. Dit blijkt uit een enquête door het Pew Research Center for the People & the Press in Washington DC. Deze onafhankelijke organisatie onderzoekt de relatie tussen politiek, journalistiek en beleid.

Obama: de grote twijfelaar?

Een paar uur na de bekendmaking van de resultaten verscheen een persbericht van het Witte huis. ‘Obama is gewoon een christen,’ staat erin. Hmm. Hier klopt iets niet, dacht ik. Waarom vindt hij het noodzakelijk om via een persbericht duidelijkheid te geven over zijn religieuze identiteit? ‘Mister cool,’ dat is hij toch? De man die met een glimlach en een kwinkslag zware zaken van zich af laat glijden. Maar zijn persbericht is meer een reactie van iemand die in paniek is geraakt.

Obama heeft een probleem: twijfel, halfslachtigheid en tegenstrijdigheid markeren soms zijn uitspraken en handelingen. Wat mij betreft beïnvloed dat ook zijn beleid. Dan onstaat er verwarring en mensen weten niet meer waar ze aan toe zijn of wat ze moeten geloven. Natuurlijk wordt dit voor een deel veroorzaakt door de aanvallen van zijn tegenstanders, maar voor een groot deel is hij daar zelf debet aan. Een goed christen bezoekt bijvoorbeeld regelmatig de kerk. Wat blijkt: Obama bezoekt veel minder de kerk dan zijn twee voorgangers, de presidenten George W. Bush en Bill Clinton. In de  religieuze samenleving die Amerika is, wordt dit feilloos aangevoeld. Ook al zegt Obama dan nog zo vaak dat hij een christen is, hij wekt een andere indruk.

Een ander voorbeeld. ‘God damn Amerika,’ zei Jeremiah Wright, Obama’s pastor in de Trinity United Church of Christ in Chicago. Twintig jaar lang bezocht Obama deze kerk. Uit de preken van Wright blijkt dat hij het verleden gebruikt om te ‘slaan’ en te verwijten. Van mijn eigen pastor heb ik geleerd dat wij het verleden moeten gebruiken om onze toekomst beter in te delen. En ook dat grove en negatieve taal geïnspireerd is door de duivel. Een goede christen herkent dit meteeen. Zo niet Obama. Hij weigerde om tijdens zijn campagne voor de presidentverkiezingen in 2008 onmiddellijk afstand te nemen van Wright. Sterker nog, hij noemde hem een oude oom die weliswaar dingen zegt waarmee hij het niet altijd eens is, maar die hij niet zomaar de rug zal toekeren. Het mosterdzaadje van de twijfel is geplant.

Ook als het gaat om de bouw van de ‘Ground Zero moskee’ is Obama niet eenduidig in zijn uitspraken. Vlakbij de geplande bouwplek zijn op 11 september 2001 bijna 3000 mensen omgekomen door radicale islamitische terreur. Uit peilingen blijkt dat het overgrote deel van de Amerikanen tegen de bouw van een islamitisch centrum in Manhattan is. Als reactie hierop verwees Obama aanvankelijk naar het grondwettelijke recht van de godsdienstvrijheid. Er brak een storm van protest los, vooral onder zijn republikeinse tegenstanders. Een paar dagen later slikte hij een deel van zijn woorden in. ‘Ik had het niet over de wijsheid van het besluit om op die plek een moskee te bouwen,’ zei hij.

Dat is mij te vaag. Hij begint over wijsheid, maar zet niet verder in. Een gemiste kans om het onderwerp bij de keel te grijpen en in te zetten op een verbod dat op die plek ooit een moskee zal worden gebouwd. Want een juridisch recht betekent toch niet dat het juist en rechtvaardig is? Stel je voor dat Duitse investeerders een hotel of kerk willen bouwen op de plek van kamp Auschwitz. Dan zou heel de wereld op zijn achterste benen gaan staan. Die plek symboliseert namelijk de poging tot vernietiging van het Joodse volk door nazi Duitsland. Geen enkel juridisch recht om te bouwen kan ooit voor Duitsers op die plek geldig zijn. Zo zou het ook moeten zijn voor islamieten en Ground Zero. Dat ligt te gevoelig. Obama zou dat moeten begrijpen. Nu denken veel Amerikanen dat hij de bouw van die moskee steunt. En ook dat hij een moslim is.

En daar zit nu precies de bedoeling van zijn persbericht. De schade proberen te herstellen en de verkeerde indruk weghalen. Wat dat betreft gedraagt Obama zich naar het oude adagium in de Amerikaanse politiek: wie geen christen is kan het schudden bij de verkiezingen. De eerste voorronden zijn weliswaar pas over anderhalf jaar, maar wel dichtbij genoeg om er rekening mee te houden. Ik ga niet bidden dat hij opnieuw de verkiezingen wint, want hij is me te links. Ik ga wel bidden dat hij een goede christen wordt. Daar heeft hij veel meer aan in dit leven en ook in het hiernamaals.

zaterdag 14 augustus 2010

Bouterse negeert Aart Jacobi

Door Stuart Kensenhuis

De Nederlandse ambassadeur Aart Jacobi verscheen op de inauguratie van Desiré Bouterse in Suriname. Hij was niet welkom. Althans, de aanhangers van Bouterse vonden dat hij maar beter weg kon blijven. Toen hij binnen was zag hij dat er geen stoel voor hem was klaargezet. Zijn vrienden - de ambassadeurs van China en India - bleven demonstratief staan en eisten een stoel voor hem. De stoel kwam snel.

Bouterse tijdens zijn inauguratierede
(Foto door Annelies Verhelst)

Jacobi klapte geen enkele keer tijdens de plechtigheid, wat zijn vrienden wel veelvuldig deden. Merkwaardig! Had Jacobi het niet naar zijn zin tijdens het feestje? Of dacht hij aan de woorden van zijn baas, minister Verhagen van Buitenlandse zaken, die in scherpe bewoordingen had laten blijken dat Bouterse in de cel thuishoort. Ooit was Bouterse in Nederland namelijk veroordeeld voor drugstransporten maar hij wist zijn straf telkens te ontlopen.

Jacobi besloot aan het einde van het feestje Bouterse niet te feliciteren. Opnieuw een vreemde ‘move’, want zijn vrienden deden dat wel. Zelfs meneer Venetiaan, de voorganger van Bouterse als president, feliciteerde hem. Dus daar had Jacobi een goed voorbeeld aan kunnen nemen. Een vraag: waarom gaat de Nederlandse ambassadeur naar een feestje van een nieuw gekozen president die hij niet mag? En als hij dan toch gaat, is het niet verstandig om uit respect voor het ambt hem dan even te feliciteren?

Iets anders: Bouterse heeft tijdens zijn feestje een opmerkelijke toespraak gehouden. “Laat mij u vandaag zeggen,” zei hij, “we gaan een kruistocht houden tegen corruptie in dit land.” Oei! Ik zag hem met zijn rechterarm schudden alsof hij aan een beginnende Parkinson leed. Zijn taal werd hard en bijna vuig. Het was alsof zijn innemendheid, zijn prettige omgangsvormen, plotseling verdwenen. Kennen we dit niet? Hebben we dit niet al eerder gezien en gehoord in de periode 1980-1990, toen hij door een coup aan de macht kwam?

Zijn de Surinamers vergeten wat de gevolgen waren? Even een kleine opsomming: De Centrale Bank van Suriname (CBvS) leeggeplunderd, een sterke toename van drugsgebruik en hieraan gerelateerde criminaliteit, brute moorden, politieagenten weggeschoten, de pers gemuilkorfd, de militaire macht misbruikt om angst te zaaien en persoonlijke vetes uit te vechten, politieke chaos, hoge inflatie, toename van vrouwenhandel en kinderprostitutie, etc. En dat allemaal onder dezelfde man die nu weer de macht heeft? Het moet niet gekker worden!

Als Bouterse een kruistocht tegen corruptie aankondigt twijfel ik sterk aan zijn intenties. En dat niet omdat ik niet weet waar hij toe in staat is, maar juist omdat ik dat weet. Ik ken namelijk ook zijn persoonlijkheid en die heeft hij niet mee. Hij is een man met twee gezichten. Aan de ene kant de vriendelijkheid zelve en charisma in overvloed. Vooral vrouwen vallen voor hem in katzwijm. Aan de andere kant gaat hij over lijken. Bovendien houdt hij niet van vergaderen of overleg. Hij is een militair die bevelen geeft. En wat heb je dan al gauw in een politieke arena die zich nog aan het ontwikkelen is? Juist. Een dictatuur!

Ik bid voor de bevrijding van de mensen die op de politieke partij van Bouterse hebben gestemd en achter hem aanlopen alsof hij de Messias is. Ik bid dat ze zijn hart gaan begrijpen. Want ik weet één ding: krab hem open en je hebt de perfecte heiden!