donderdag 30 september 2010

Regering Bouterse stuurt militairen de straat op

Door Stuart Kensenhuis

Regering Bouterse van Suriname stuurt militairen de straat op  voor patrouilles met de politie. Hoe lang de ingreep duurt, om hoeveel soldaten het gaat, wat de kosten zijn en welke wapens worden ingezet, is niet bekend gemaakt. Tijdens de persbriefing zei minister Martin Misiedjan van Justitie en Politie het volgende: “Misdaden zijn niet aanmerkelijk toegenomen. Er is hooguit sprake van verruwing, maar de burger moet beschermd worden.” Naast hem zat Lamuré Latour,  minister van Defensie en Delano Braam, korpschef van politie.

Foto: Annelies Verhelst


Ik heb lang nagedacht of ik over deze ingreep een column moest schrijven. Ogenschijnlijk is hier sprake van een goede maatregel om de criminaliteit te bestrijden. Het gaat om het vergroten van het veiligheidsgevoel. En zo wordt het ook gebracht. Wie kan daar tegen zijn? Maar, al bij zijn aanstelling zei minister Latour van Defensie dat hij meer militairen in de straten wilde zien. Niet lang daarna bracht hij een bezoek aan de Memre Boekoe kazerne en hij zinspeelde op de terugkeer van de goede oude tijd. Wat dit ook moge betekenen. Onlangs zag ik een kookprogramma op de Nederlandse televisie. Met slechte ingrediënten kan je nooit een goed gerecht maken, zei een kok.  Daarna las ik Matthéüs 12 vers 33 uit de Bijbel: ‘acht de boom goed, maar dan ook zijn vrucht. Of acht de boom slecht, maar dan ook zijn vrucht. Want aan zijn vrucht kent men de boom.’  Het kwartje viel en ik wist precies wat mij te doen staat. 

Weet u het nog? Begin jaren tachtig. Televisiebeelden vanuit Paramaribo Suriname. Vooral jonge zwarte mannen,  liggend op hun buik in het gras.  Alleen hun onderbroek hebben ze nog aan. Hun handen zijn op de rug  gebonden.  Militairen slaan met de bullepees of met de kolf van een geweer. Hard en raak. Huilen. Vragen om vergeving in het Surinaams. Een man staat  goedkeurend te kijken. Het is Henk Herrenberg, Bouterse aanhanger en de latere ambassadeur in Nederland voor de republiek Suriname. Met elke slag is de rechtstaat verder vernietigd. Het kan hem vermoedelijk niet zoveel schelen of hij heeft er nooit zinnig over nagedacht. Het is één van de voorboden van het grotere kwaad dat in de jaren daarna in Suriname gebeurde. “Als ik me zou moeten afvragen wat voor problemen mensen hebben met militairen, dan zeg ik: ik zou dat niet weten,” zei minister Latour onlangs. Heeft deze man een gebrek aan inzicht of trekt hij weinig lering uit dat wat in het verleden is gebeurt? U mag het zeggen.

Cijfers over de stand van de criminaliteit zijn niet genoemd door de heren ministers. Meten is weten, is een gezegde dat in dit geval wel geldt. Maar ja, als je niet meet.... En dan de kosten voor deze operatie. Twee weken geleden zei Wonnie Boedhoe, de Surinaamse minister van financiën, dat de overheid zich alleen de meest dringende uitgaven kan veroorloven. Hoe valt dit te rijmen met de ongetwijfeld hoge operationele kosten voor de inzet van militairen? En, kan dit geld niet beter besteed worden aan de versterking van de politieorganisatie? Ook hier heb ik niemand over gehoord.  Wat doet het zogenaamde verhoogde veiligheidsgevoel voor de toerist, die het land binnenkomt met de harde valuta waar de Surinaamse overheid een gebrek aan heeft? Ik krijg namelijk een heel ander gevoel als een soldaat in een camouflagepak en een uzi mitrailleur voor mijn neus verschijnt, maar dit even terzijde. Sommige mensen kunnen mijn vragen missen als kiespijn, ik weet het. Maar dit zijn toch vragen waar ik beslist op zou inzoomen als ik in Suriname woonde.
      
In een wereld die verguld is van zondige mensen, is de inzet van politie en justitie onvermijdelijk. Een Surinaamse politieagent is getraind om in overeenstemming met de geldende rechtsregels, de orde te handhaven en hulp te verlenen. Het gebruik van geweld is gekoppeld aan een geweldsinstructie. Zo niet voor een militair. Hij of zij is getraind om tegenstanders snel uit te schakelen en eventueel te doden. Daarom is bij hun inzet de nodige voorzichtigheid geboden en moet er een uitzonderlijke situatie aan ten grondslag liggen. Ik denk aan terreur, rampen, oorlog, etc. Heeft u de bijzondere situatie die hun inzet rechtvaardigd al gevonden? Ik niet hoor. Niet in de argumentatie van de minister van Justitie en Politie, noch in die van de minister van Defensie. Waarom dan de inzet van militairen? Ik hoop op een gevalletje ‘windowdressing’.  Maar eigenlijk lijkt het meer, net als in de jaren tachtig, op een van de voorboden waarmee de ontmanteling van de rechtstaat is begonnen. Ik blijf het volgen en ik bid voor voorspoed  en veiligheid van dit volk dat me aan het hart gaat. U hoort nog van mij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Er is een wachttijd. Daarom wordt uw reactie niet meteen geplaatst.