Door Stuart Kensenhuis
Het Surinaamse parlement heeft
president Desi Bouterse en de andere verdachten in het 8 december strafproces,
amnestie gegeven voor marteling en moord op 15 mannen tijdens het
militaire bewind in 1982. De oppositie is ‘not amused’ en heeft tegen gestemd.
Ruth Wijdenbosch van de Nationale Partij Suriname (NPS) noemt het een zwarte
bladzijde in de geschiedenis van het parlement. Chandrikapersad Santokhi van de
Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP), vindt dat de volksvertegenwoordiging
wordt misbruikt om de rechterlijke macht te ondermijnen. Bouterse wijst alle
kritiek van de hand. “Ik ben een kind van God”, zegt hij. “Niets kan me breken.”
In februari 1983 was ik 18 jaar en
ik zat op het Thorbecke Lyceum in Den Haag. Voor het vak geschiedenis had ik
een werkstuk gemaakt over Suriname, het land dat ik bijna 9 jaren daarvoor had
verlaten. Over de decembermoorden schreef ik o.a.:
‘De
bezittende, kapitalistische en uitbuitende klasse is misschien grotendeels
uitgeschakeld, maar het gewone volk heeft niet geleden.’
‘Sic,’ schreef mevrouw Coutinho,
mijn docente geschiedenis, in de kantlijn. Hiermee gaf ze aan dat ik een foute
denkwijze volgde. Verderop schreef ze: ‘Stuart, elk mensenleven is toch
evenveel waard?’ Dat is zo, maar toen was ik ontvankelijk voor de ideologisch
duistere kamer van Bouterse en zijn kornuiten, waar het zicht op eenvoudige
verbanden tussen goed en kwaad was verdwenen. Het was alsof ik vergoelijkte dat
die 15 mannen verdienden om te sterven. “Ze zijn tijdens een vluchtpoging
doodgeschoten’, zei Bouterse op de televisie en ik geloofde hem. Jong en naïef
was ik, net als de meeste stemmers van vandaag op zijn Nationaal Democratische
Partij (NDP). Marteling en moord is nooit goed te praten en de
rechtvaardigheid gebiedt dat de rechter hierover een oordeel moet vellen. Geen
amnestiewet die mij van dat inzicht afbrengt.
Bij de totstandkoming van die
amnestiewet is niet met de nabestaanden van de 15 gemartelde en vermoorde
mannen gesproken. Geen woord van verontschuldiging, verzoening of een teken van
begrip. Dat zou je verwachten als je zorgvuldig te werk gaat. Wel is achteraf
en in een razend tempo met allerlei maatschappelijke en politieke groeperingen
gesproken. “Het zou billijk zijn geweest als de indieners aan ons hadden
gevraagd hoe wij over de amnestiewet denken”, zei Sunil Oemrawsingh, die in
december 1982 zijn broer verloor. Hij vindt dat de amnestiewet als enige doel
heeft dat er geen vonnis wordt uitgesproken in het strafproces. Dat ben ik met
hem eens. Sterker nog, het lijkt er meer op dat de indieners willen zeggen:
we hebben niets met de nabestaanden te maken. En ook dat Suriname een land is
waar je weg kunt komen met marteling en moord, als je maar de juiste politieke
kleur hebt.
"De trein blijft rustig voortdenderen", schreef een Bouterse-aanhanger op een Surinaams forum op internet. Dat klopt, ... richting de afgrond!!!
En dan de doelstelling van de
indieners van de amnestiewet: rust in de samenleving, zoals ze zelf
zeggen. Het is alsof je een voetbalwedstrijd speelt tegen team Bouterse en
hij bepaalt samen met zijn elftalvriendjes wanneer het rust is. Ze negeren de
scheidsrechter en gebruiken zijn fluit om marsmuziek te spelen, iets waarmee
vooral een dictatuur wordt geassocieerd. Met de grensrechtervlag vegen ze
verder hun kont af, want doellijn of strafschopgebied bestaat niet in hun
jargon. Grappig, dat zeker, maar denkt u dat u met team Bouterse een rustige
wedstrijd speelt? Ik denk van niet. In de samenleving die hij voorstaat zal
geen rust zijn, want de vloek is nog steeds aanwezig. En een vloek kan je niet
verwijderen met een parlementaire pennenstreek. Er zit namelijk een geestelijke
dimensie aan, iets waarmee je de weg vrijmaakt of nieuwe blokkades opwerpt. Met
de amnestiewet in zijn huidige vorm gebeurt vooral het laatste en is er geen bevrijding
of rust, niet voor de nabestaanden van de 15 gemartelde en vermoorde mannen,
noch voor de verdachten en hun familie. ‘De trein blijft rustig voortdenderen’,
schreef een Bouterse aanhanger op een Surinaams forum op internet. Dat klopt,
... richting de afgrond!!!
“Het is te lang geleden”, zegt
Andre Misiekaba, parlementslid voor de partij van Bouterse. “In 1982 was ik 6
jaar oud. Die problemen van toen heb ik niet gecreëerd.” Tijd is geen argument
bij misdaden tegen de menselijkheid, maar het is opvallend hoe gemakkelijk
aanhangers van Bouterse willen vergeten wat er 30 jaar geleden is gebeurd, en
met hetzelfde gemak het Nederlandse koloniale verleden oprakelen, iets dat soms
meer dan 300 jaar geleden is gebeurd. In een demonstratie van gebrek aan respect
voor de rechtstaat en de nabestaanden spreken ze bovendien over dat ‘8
december ding’ of een ‘wissewasje’. Vaststaat dat de 15 mannen niet zichzelf
van huis hebben opgehaald, naar kazerne Fort Zeelandia zijn gereden, zichzelf
daar hebben beschimpt, toegetakeld, gemarteld en doodgeschoten. Een gerechtelijk
proces hebben ze ook niet gehad. Hiervoor draagt Bouterse de politieke
verantwoordelijkheid. Niet omdat ik het zeg, maar omdat hij dat zelf meermaals
heeft toegegeven. Dat alleen is al voldoende voor een veroordeling. En dan
maakt het niet zoveel meer uit of hij zelf mannen heeft gedood of niet. Deze
misdaad tegen de menselijkheid heeft geen verjaringstermijn, iets dat zelfs een
eerstejaars student van een rechtenopleiding u kan vertellen. In dit verband
hebben de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens, en Navi
Pillay, hoge commissaris voor de mensenrechten bij de Verenigde Naties, onlangs
een vergelijkbare verklaring uitgegeven.
“Zalig zijn de vreedzamen, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden’, staat in Mattheüs 5:9 van de Bijbel, een tekst die
Bouterse en zijn (politieke) vrienden ter harte zouden moeten nemen. Uitingen
van vijandigheid, zoals de amnestiewet over de decembermoorden, passen niet bij
deze levenshouding, want dat verraad meer een toewijding aan de duivel in
plaats van een toewijding aan God. Schuld belijden, berouw, boetedoening en
vergiffenis vragen, dat is de juiste handelwijze bij het verwijderen van de
vloek. God kent het kwaad, maar hij is er niet door gegrepen. Zelfs al ben je
een kind van God, Zijn goedheid betekent niet dat Hij je niet kan straffen.
Daarom bid ik voor de bevrijding van de vloek, een beladen geschiedenis over de
decembermoorden in Suriname. Dat ik haat jou omdat jij mij haat door Gods goedheid
uit dit land wordt verdreven en dat door rechtvaardigheid elke onrechtvaardigheid
wordt bestraft