zondag 14 maart 2021

'Sommige politieke partijen zeggen wel de juiste woorden maar het strookt niet met hun daden'

 Door Stuart Kensenhuis

In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van dit jaar vertellen immigranten die voor 1980 in Nederland zijn komen wonen over hun eerste indrukken van de nieuwe leefomgeving en de politiek. Deze week: Hedwig Callender uit Den Haag.

“Mijn reis naar Nederland was een mooie trip en goed verzorgd. Bovendien was het goedkoper dan alle andere mogelijkheden. Op 9 augustus 1968 vertrok ik met het vliegtuig vanaf Zanderij in Suriname en vloog naar Trinidad. Daarna vertrok ik met een Italiaans toeristenschip met als eindbestemming Genua, Italië. In Genua pakte ik de trein naar Amsterdam. Uiteindelijk kwam ik op 28 augustus aan en voor de hele tocht heb ik slechts 489 guldens betaald. Ter vergelijking: het goedkoopste vliegticket rechtstreeks vanuit Suriname naar Nederland zou me toen 750 guldens gekost hebben en ik had waarschijnlijk minder plezier gehad. Op de boot waren namelijk nog minstens 40 andere Surinamers waarmee ik het goed kon vinden.”

Hedwig Callender (® Hedwig Callender)

“In Amsterdam pakte ik de bus naar Den Haag. Ik ging bij mijn broer Frank logeren aan de Obrechtstraat 367. Daar huurde hij een kamer. Ook mijn zus Annette woonde in deze stad. Ze wisten overigens niet wanneer ik precies zou arriveren daarom waren ze niet in Amsterdam om me af te halen. In die tijd had je natuurlijk geen internet en telefoneren was heel duur.”

“De buschauffeur wist trouwens niet precies waar de Obrechtstraat was maar een Afrikaanse man die daar in de buurt moest zijn wees me de weg. Tegen middernacht liep ik de straat in maar ik belde per ongeluk aan bij nummer 365. Een vrouwenstem riep: ‘Wie is daar?’ Ik zei: ‘Ik ben het. Hedwig Callender.’ Ze reageerde met de zin: ‘Ik moet geen kalenders.’ Ik vertelde haar toen dat Callender mijn naam is en ik vroeg of mijn broer thuis was. ‘Oh dan moet je vermoedelijk hier naast zijn’ zei ze daarna. Pas toen realiseerde ik me dat ik me vergist had.”

'Mijn collega’s bij de politie sympathiseerden vooral met de christelijke partijen of met de VVD'

“Het kwam eigenlijk ook door een vergissing dat ik een paar dagen later op de rijweg liep in de Obrechtstraat. Een motoragent reed naar me toe. ‘Kunt u op de stoep gaan lopen?’, vroeg hij. Ik wist niet meteen wat hij bedoelde want in Suriname gebruikten we het woord stoep voor een verhoogde stenen drempel bij de deur van een huis. Even later begreep ik dat hij trottoir bedoelde. Maar die man had wel indruk op mij gemaakt. Z’n autoriteit en die motor. Het sprak me aan. Daarom heb ik een tijdje later gesolliciteerd bij de politie. Natuurlijk was het ook aantrekkelijk omdat ik al tijdens mijn opleiding bijna driehonderd guldens meer ging verdienen dan de baan die ik op dat moment had. Uiteindelijk heb ik bijna veertig jaar bij de politie gewerkt, waaronder vijf jaar als motoragent. Mijn hoogste functie was inspecteur van politie.”

Hedwig Callender wordt gejonast omdat hij 30 jaar in dienst was 
en zich nog nooit ziek had gemeld.
(® Hedwig Callender)

Wat betreft de politiek: in Suriname was ik lid van de Partij Nationalistische republiek (PNR) en ik werd geïnspireerd door partijleider Eddy Bruma. Daarom organiseerde ik demonstraties voor de onafhankelijkheid. Op mijn middelbare school werd ik bovendien beïnvloed door verschillende leraren die ook nationalistisch waren. Bijvoorbeeld Henny de Ziel, bekend als Trefossa en schrijver van het Surinaamse volkslied. Hij was mijn leraar Nederlands in de hogere klassen. Of Ronny Klimsop, mijn geschiedenisleraar. En Humphrey Berggraaf. Hij gaf me ook Nederlands maar dan in de lagere klassen.”

“De eerste politieke partij in Nederland waar ik lid van ben geweest is de PvdA. Ik geloofde in hun partijleider Den Uyl en ik vind dat hij de Surinamers een warm hart toedroeg. Ook ben ik jaren lid geweest van de SP. Ik stond zelfs voor hun afdeling in Den Haag op een tiende plaats van de kandidatenlijst voor de gemeenteraadverkiezingen van 2010. Mijn collega’s bij de politie sympathiseerden vooral met de christelijke partijen of met de VVD dus ze keken me vreemd aan. Ik vertelde ze dat mijn socialistische gevoelens voortkomen uit mijn kerkelijke opdracht. Ook zei ik dat ik vooral in de linkse partijen de christelijke idealen terug zie.”

“Tegenwoordig ben ik lid van BIJ1, de partij van Sylvana Simons. Ik vind dat die partij zowel in de ideologie als in de praktijk de daad bij het woord voegt. BIJ1 staat voor iedereen open, je afkomst, je geaardheid of je handicap maakt niets uit. Sommige politieke partijen zeggen wel de juiste woorden maar het strookt niet met hun daden. Overigens vind ik politieke ervaring niet het belangrijkste want de partijen die wel die ervaring hebben doen het op belangrijke punten al jaren fout en ik heb niet het idee dat ze er iets van leren.”

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten

Lees ook de andere artikelen in dezelfde serie. Zoals: 'Die uitspraak van voormalig PvdA-leider Wouter Bos over allochtonen heeft veel kwaad bloed gezet'.  http://politiekmoetjedoen.blogspot.com/2021/03/die-uitspraak-van-voormalig-pvda-leider.html

Of: 'De avondklok hoort niet thuis in een democratisch bestel maar bij een derdewereldland'. http://politiekmoetjedoen.blogspot.com/2021/03/de-avondklok-hoort-niet-thuis-in-een.html

Of: 'Zanger en cabaretier Robert Long; een man die ik als favoriet politicus zou hebben gekozen'.  http://politiekmoetjedoen.blogspot.com/2021/03/zanger-en-cabaretier-robert-long-een.html

Of: 'Zwarte mensen in de Nederlandse politiek zijn gewoon kruiwagens'.  http://politiekmoetjedoen.blogspot.com/2021/02/zwarte-mensen-in-de-nederlandse.html

Of: 'Piet Hein Donner vertelt moppen en heeft een grappige manier van praten'  http://politiekmoetjedoen.blogspot.com/2021/02/piet-hein-donner-vertelt-moppen-en.html

Of: 'Wat die Nederlandse politici doen noem ik een toneelstuk voor het volk'.   http://politiekmoetjedoen.blogspot.com/2021/02/wat-die-nederlandse-politici-doen-noem.html

Of: 'Joop den Uyl viel me wel op want hij was bijna dagelijks op de televisie'.  http://politiekmoetjedoen.blogspot.com/2021/02/joop-den-uyl-viel-me-wel-op-want-hij.html

 


woensdag 10 maart 2021

'Die uitspraak van voormalig PvdA-leider Wouter Bos over allochtonen heeft veel kwaad bloed gezet'

Door Stuart Kensenhuis

In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van dit jaar vertellen immigranten die voor 1980 in Nederland zijn komen wonen over hun eerste indrukken van de nieuwe leefomgeving en de politiek. Deze week: Kwasi Koorndijk uit Amsterdam.

Den Haag – “Eigenlijk was ik al in 1973 in Nederland. Samen met mijn moeder, broers en zussen kwamen we op vakantie en we logeerden bij familie in de flat Koningshoef in de Bijlmer. Ik was zestien jaar oud. Ik verbaasde me toen over het vertrouwen dat de winkeliers hadden in het publiek. Al vroeg in de ochtend stalden ze hun spullen buiten voor de winkel. Geen enkele winkelier in Suriname zou het in zijn hoofd hebben gehaald om hetzelfde te doen want hij wist wat er dan zou gebeuren: alle spullen zouden heel snel verdwenen zijn. Maar hier ging het blijkbaar anders.”

Kwasi Koorndijk rond 1992 met z'n dochter Afanaisa en
een foto van nu  (® Kwasi Koorndijk)

“Waar ik toen hard om heb gelachen was de hengelsport. Ik zag vissers langs het water uren naar een dobber staren en als ze eindelijk een vis hadden gevangen gooiden ze het terug. Ik begreep er niets van. In Suriname kenden we die sport ook maar de vis namen we mee naar huis om te bakken en op te eten. Een heel ander idee van sport.”

“Na zeventien jaar was ik weer terug in Nederland. Deze keer vanwege de medische complicaties van mijn voormalige vrouw bij de zwangerschap van ons tweede kind. Omdat ze hier is opgegroeid en meer bekend was met het Nederlandse systeem hebben we daarna besloten om te blijven.”

“Voor mij persoonlijk was het heel moeilijk want ik zat in Suriname in het management-team van de Dienst der Posterijen maar moest hier allerlei baantjes oppakken om ons gezin te helpen. Ik pakte alles aan en werkte zelfs als schoonmaker.”

“Ook moest ik heel erg wennen aan het verkeer. Bijvoorbeeld aan het rechts rijden of aan trams die plotseling een bocht namen. Een keer had ik een ongeluk op de brommer. Mijn wiel kwam tussen de tramrails en ik viel. Dat was een nare ervaring en ik was behoorlijk geschrokken, ook al had ik alleen maar schaafwonden.”

'Meestal had ik sympathie voor de PvdA omdat ze oog hadden voor de minderbedeelden'

“Wat de politiek betreft: mijn vader was van 1973 tot 1977 parlementslid (statenlid) voor de Nationale Partij Suriname (NPS). Zijn naam was Fred Koorndijk, ook wel bekend als Kwame. Bovendien was hij voorzitter van een kerngroep van zijn politieke partij in de wijk Frimangron. Elke vrijdag kwamen de leden van die kerngroep bij ons thuis en werden allerlei politieke en maatschappelijke zaken besproken. Verder ontving mijn vader vaak mensen die hulp nodig hadden en hij probeerde te helpen. Zo ving ik gesprekken op en wist ik wat er op politiek of maatschappelijk gebied in het land speelde. Soms wist ik het nog voor dat het in de krant stond.”

“Al in de tijd dat ik in Suriname woonde kende ik Joop den Uyl. Over hem werd in 1974 op de radio een populair liedje gedraaid van vader Abraham en boer Koekoek. “Den Uyl is in den olie, in den olie is Den Uyl. Ik kan het nog steeds nazingen.”

“Maar toen ik net in Nederland woonde had ik geen belangstelling voor de politiek. Het was toen echt overleven. Natuurlijk keek ik af en toe wel naar een politiek onderwerp op de televisie. Meestal had ik dan sympathie voor de PvdA. Dat komt omdat ze oog hadden voor de minderbedeelden. Maar nu vind ik dat die partij veel aan geloofwaardigheid heeft ingeboet. Ook die opmerking van voormalig partijleider Wouter Bos na de verkiezingen van 2006 heeft veel kwaad bloed gezet. Hij riep dat de PvdA geen partij is van de allochtonen. Wat mij betreft wekte hij daarmee de indruk dat die groep mensen van mindere betekenis was. Vermoedelijk wilde hij met zijn uitspraak nieuwe kiezers aan zich binden maar daardoor is hij juist veel aanhangers kwijtgeraakt.”

“Over het algemeen vind ik van de Nederlandse politieke partijen dat ze mensen met een immigratieachtergrond gebruiken als stemvee. Dan speelt etniciteit een rol. Daarna doen ze niets voor de doelgroepen. Het argument is dan dat het één samenleving is. Waar men aan voorbijgaat is dat die doelgroepen verschillende specifieke problemen hebben. Maar daar kan je dan niet meer over praten. Dat is de reden waarom er nu partijen zijn zoals Ubuntu Connected Front (UCF), DENK en BIJ1. Zelf kies ik duidelijk voor het UCF.”



Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten

Lees ook de andere artikelen in dezelfde serie. Zoals: 'Sommige politieke partijen zeggen wel de juiste woorden maar het strookt niet met hun daden'.  http://politiekmoetjedoen.blogspot.com/2021/03/sommige-politieke-partijen-zeggen-wel.html

Of: 'De avondklok hoort niet thuis in een democratisch bestel maar bij een derdewereldland'. http://politiekmoetjedoen.blogspot.com/2021/03/de-avondklok-hoort-niet-thuis-in-een.html

Of: 'Zanger en cabaretier Robert Long; een man die ik als favoriet politicus zou hebben gekozen'.  http://politiekmoetjedoen.blogspot.com/2021/03/zanger-en-cabaretier-robert-long-een.html

Of: 'Zwarte mensen in de Nederlandse politiek zijn gewoon kruiwagens'.  http://politiekmoetjedoen.blogspot.com/2021/02/zwarte-mensen-in-de-nederlandse.html

Of: 'Piet Hein Donner vertelt moppen en heeft een grappige manier van praten'  http://politiekmoetjedoen.blogspot.com/2021/02/piet-hein-donner-vertelt-moppen-en.html

Of: 'Wat die Nederlandse politici doen noem ik een toneelstuk voor het volk'.   http://politiekmoetjedoen.blogspot.com/2021/02/wat-die-nederlandse-politici-doen-noem.html

Of: 'Joop den Uyl viel me wel op want hij was bijna dagelijks op de televisie'.  http://politiekmoetjedoen.blogspot.com/2021/02/joop-den-uyl-viel-me-wel-op-want-hij.html


zondag 7 maart 2021

‘De avondklok hoort niet thuis in een democratisch bestel maar bij een derde-wereldland’

Door Stuart Kensenhuis

In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van dit jaar vertellen immigranten die voor 1980 in Nederland zijn komen wonen over hun eerste indrukken van de nieuwe leefomgeving en de politiek. Deze week: Santa Garib uit Den Haag.

Den Haag – “Toen we naar Nederland verhuisden was ik bijna 16 jaar. Ik reisde met mijn vader, twee broertjes, twee zusjes en ik. Op 31 augustus 1975 kwamen we aan op Schiphol. Onze moeder was zes maanden daarvoor al hier komen wonen en ze had inmiddels met hulp van familie een huis gekocht in de Schilderswijk. Ik weet nog dat we naar Den Haag reden en ik zag voor het eerst die huizen met rode bakstenen. Ik dacht; het zijn net gevangenissen. In Suriname zag ik bij de muren van de bajes ook rode bakstenen, vandaar die associatie denk ik. Maar toen ik het huis van mijn moeder inliep dacht ik; oh het valt wel mee. Best netjes.”

Santa Garib tussen 1976-1979 en nu.  (® Santa Garib)

“De laatste vijf jaar voordat we uit Suriname vertrokken woonden we bij het Tout Lui Faut-kanaal, ook wel Boitie of Buiten genoemd. Helemaal achteraan van ons erf was er een put waar ik het water omhoog moest trekken. ’s Avonds rond zes uur gingen we daar baden. Mijn broertjes, mijn zusjes en ik. Je gebruikte onder meer een emmer water en een kalebas om het vocht over je lichaam te gooien. Omdat ik de oudste was hielp ik eerst mijn broertjes en zusjes. Het was al donker als ik aan de beurt was en helemaal alleen terug naar achteren moest lopen. Meestal was ik bang. Bij het afscheid van Suriname dacht ik; ik kom hier nooit meer terug. Die enge put waar ik moest gaan baden was voor mij hetzelfde als dat land

“De reden dat we emigreerden was simpel; mijn vader was lid van de VHP en net als die politieke partij was hij tegen de aangekondigde onafhankelijkheid. Ook ik vind het een foute beslissing van de toenmalige politieke machthebbers want Suriname was er nog lang niet klaar voor. Het grootste deel van de bevolking was tegen en dan heb ik het niet alleen over de Hindoestanen. De onafhankelijkheid is gewoon doorgedrukt door een kleine elite.”

'Ik vroeg me af hoe ik met vrouwen in een partij kan zitten die blijkbaar allemaal vinden dat ze het gemaakt hebben in de maatschappij en zich verheven gedragen.'

“Ook in de Nederlandse politiek van vandaag wordt slecht geluisterd naar de bevolking. Kijk maar naar die avondklok van Rutte. Wie had ooit kunnen bedenken dat zoiets in Nederland ingesteld zou worden. Het is meer iets van een derdewereldland, een staat waar militairen de macht hebben gegrepen. Het hoort niet thuis in een democratisch bestel. Absoluut een foute beslissing om het in te voeren.”

“De eerste keer dat ik zelf mocht gaan stemmen in Nederland was voor de verkiezing van de gemeenteraad. Ik koos toen voor Johan Chandoe van de PvdA. Mijn moeder bracht altijd haar stem op hem uit dus ik vond dat wel makkelijk. Voor de Tweede Kamer heb ik daarna ook op de PvdA gestemd. Eerlijk gezegd was ik niet echt op de hoogte hoe dat toen zat met die partij. Ik wist alleen vaagjes dat het een linkse sociale partij was en dat vond ik goed.”

“Mijn voorkeur veranderde toen ik een witte Hollandse vriend kreeg. Hij stemde altijd op de VVD dus dat ben ik toen ook gaan doen. Ik werd zelfs lid van VVD Den Haag en heb een paar politieke kennismakingsbijeenkomsten voor vrouwen meegemaakt. Veel van die vrouwen waren advocaat of jurist of iets soortgelijks. Ze spraken bekakt en zo deden ze ook. Ik vertelde namelijk dat ik personeelsfunctionaris was en ze keken zo min naar mij. Op dat moment vroeg ik me af hoe ik met vrouwen in een partij kan zitten die blijkbaar allemaal vinden dat ze het gemaakt hebben in de maatschappij en zich verheven gedragen. Uiteindelijk ben ik twee jaar lid geweest totdat ik me realiseerde dat het heel moeilijk is om met zulke mensen om te gaan.”

'Ik zie graag dat de Tweede Kamer een goede afspiegeling is van de Nederlandse bevolking'

“Mijn vriend is in januari 2019 helaas overleden aan longkanker. Daarna ben ik op advies van een vriendin overgestapt op het CDA. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart krijgt die partij ook mijn stem. Ik kies altijd voor iemand van Surinaamse afkomst. Deze keer wordt het Henna Mathura, nummer 56 op hun lijst.”

“Ik zie graag dat de Tweede Kamer een goede afspiegeling is van de Nederlandse bevolking. Dat geldt ook voor de Eerste Kamer, de gemeenteraad en alle andere politieke en bestuurlijke organen van Nederland. Dat is nu niet zo.”


Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten

woensdag 3 maart 2021

'Zanger en cabaretier Robert Long; een man die ik als favoriete politicus zou hebben gekozen'

 Door Stuart Kensenhuis

In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van dit jaar vertellen immigranten die voor 1980 in Nederland zijn komen wonen over hun eerste indrukken van de nieuwe leefomgeving en de politiek. Deze week: Lionel Jokhoe uit Den Haag.

Den Haag – “Ik kwam in Nederland aan op 23 juli 1971. Het was een mooie zomerse dag. Eigenlijk zou ik een kamer gaan huren aan de Van Goghstraat in Den Haag, wat voor mij vanuit Suriname was geregeld, maar een familielid had ook een kamer vrij. Hij vroeg of ik bij hem en zijn gezin wilde komen wonen en dat deed ik. Maar na een paar weken had ik er spijt van. Al snel had ik namelijk een baan gevonden en toen ik op het werk was gingen hij en zijn vrouw in mijn kamer snuffelen. Ze vonden mijn brieven en ontdekten mijn geheim: ik ben homoseksueel. Daarna werd ik bijna letterlijk er uit gegooid want toen ik thuis kwam stonden al mijn spullen beneden bij de lift. Ik was net 20 jaar geworden.”

Lionel Jokhoe in 1971 en nu

“Mijn geaardheid was ook de reden waarom ik uit Suriname ben vertrokken. Al vroeg had ik gewoon meer belangstelling voor jongens maar in het land van mijn jeugd had je bijna geen voorlichting over homoseksualiteit. Ik wist niet eens welke naam je er aan moest geven, dus het woord homo kende ik niet eens. Ik kende wel het woord boeler, wat betekent dat je door sommige Surinamers werd weggezet als de meest smerige persoon die bestaat. Ook had ik een afschuwelijk beeld in mijn hoofd van een homoseksuele man die in de wijk met stenen werd bekogeld, wat ik met mijn eigen ogen heb gezien. Dat is niet wat ik met mijn leven voor ogen had. Wat dat betreft kon je in mijn geboorteland nog beter een crimineel zijn dan een homo.”

"Ik haatte dat racistische gedoe in Suriname tussen Hindoestanen en creolen"

“Toen ik in Nederland kwam wonen was ik overigens erg verbaast om witte mensen in functies te zien als kruier of vuilnisman. Tot mijn negende jaar woonde ik namelijk in het plaatsje Billiton, ongeveer 40 kilometer van Paramaribo. Mijn vader werkte daar voor voor Billiton Maatschappij, een Nederlands mijnbouwbedrijf. Ik herinner me dat de witte mensen daar de hoogste functies hadden. Bovendien woonden ze in een aparte wijk, volledig afgezet met hoge hekken, villa’s, een zwembad en andere mooie voorzieningen. De gekleurde arbeiders – het gewone personeel – woonden in kleine huisjes die zo’n beetje aan elkaar waren geplakt en hadden weinig extra voorzieningen. Bovendien was het voor hen absoluut verboden om op het terrein van de witte mensen te komen. Je kon zelfs spreken van een soort onderdanigheid. Als witte mensen ons dorp binnenreden dan was je gewoon een beetje bang van ze.”

“Wat de politiek betreft: eerlijk gezegd heeft dat me nooit echt geïnteresseerd. Ik haatte dat racistische gedoe in Suriname tussen Hindoestanen en creolen. Vooral als de VHP en de NPS in verkiezingstijd campagne voerden. Ik wilde gewoon mens zijn.”

Bij de Surinaamse ambassade in Den Haag (1983) nadat er
 een petitie is aangeboden over gelijke rechten voor 
homoseksuelen in Suriname. 
v. l. n. r. Lionel Jokhoe, Carawan Groenefelt, 
Humphrey Goes, Adjiedj Bakas en
Max Lievendaal. 


In Nederland was ik meer bezig met mijn persoonlijke ontwikkeling en had ik geen tijd voor de politiek. Misschien dat ik soms met een schuin oog keek naar partijen die een standpunt innamen over de emancipatie van de LHBTI+ gemeenschap, maar ik heb me nooit bezig gehouden met het grotere plaatje of de behoefte gevoeld om me aan te sluiten bij een politieke partij.”

“Ik ging wel altijd stemmen en dan koos ik meestal voor de PvdA. Maar de laatste jaren zoek ik eigenlijk een partij die zich meer inzet voor de LHBTI+ gemeenschap. Ik ben er nog niet uit want die programma’s vind ik van die grote lappen tekst waar een hoop bla, bla, bla in staat.”

“Eigenlijk was zanger en cabaretier Robert Long de man die het meest in de buurt kwam van iemand die ik als favoriete politicus zou hebben gekozen. Hij was mijn grote held omdat hij de dingen benoemde zoals ze zijn en daarmee schopte hij tegen zere benen. Hij keerde zich tegen het geloof, tegen de politieke situatie en tegen de huichelarij.”

“Er is nog een anekdote uit 1974 die me te binnen schiet. Mijn grote vriend Max Lievendag was toen op bezoek in Nederland en ik nam hem op sleeptouw. Met een mengeling van verbazing en bewondering keek hij hoe het leven hier was voor  homoseksuelen. Toen hij na een maand terugging naar Suriname gaf ik hem de ‘long play’(lp) ‘Vroeger of later’ van Robert Long mee. ‘Jezus redt’ was één van de nummers die daarop stond. Max heeft dat toen op de radio laten draaien in Suriname en er ontstond een grote rel. Men vond het schandalig dat zo’n liedje gewoon afgespeeld kon worden. Achteraf bekeken was ik misschien de veroorzaker van die onrust.”





Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten