Door Marjolein van Pagee (gastredacteur)
Twee dagen geleden was ik aanwezig bij de opening van de
tentoonstelling ‘Dossier Indië’ in het Wereldmuseum in Rotterdam. Alle hotemetoten waren aanwezig, inclusief
Ingrid van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
(Marjolein van Pagee, fotograaf, historicus en publicist) |
Wat ik ervan vond? Het woord ‘ self-congratulation’ kwam
bij mij naar boven. Iedereen die bij de organisatie betrokken was en aan het
woord kwam feliciteerde zichzelf voor het benoemen van de zwarte bladzijden van
onze koloniale geschiedenis. Ze vonden het bewonderenswaardig van zichzelf
dat ze niet in de val zijn getrapt van ‘tempo doeloe’ (Door witte mensen
beschreven geschiedenis van Indonesië in de negentiende –en twintigste eeuw, en spreekt vooral over een gelukkige tijd). Dat was toch wel een
schouderklopje waard. Ondertussen gingen ze een nauwe samenwerking aan met het
Indisch Herinneringscentrum in Den Haag. Onze Stichting Histori Bersama –
notabene gevestigd in Rotterdam – is niet benaderd.
Ik was er samen met Jeffry Pondaag van Stichting Komitee
Utang Kehormatan Belanda (K.U.K.B.), die net die dag te horen had
gekregen dat zijn harde werk niet voor niets is geweest. De kinderen van de geëxecuteerde
mannen uit Zuid-Sulawesi werden door de rechtbank in Den Haag in hun gelijk gesteld.
De staat mag zich niet beroepen op verjaring van de misdaden. Ook werd het
hoger beroep van de Staat afgewezen voor wat betreft de zaak Yaseman (Indonesiër die in juli 2017
aan Rechtbank Den Haag vertelde dat hij in 1947 in gevangenschap was gemarteld
door Nederlandse militairen, door middel van elektrische schokken, volgieten
met water en slaag met een stuk hout. Ze dachten dat hij vocht voor het
Indonesische leger). Toch wel een doorbraak. Het werd zelfs even genoemd
tijdens de opening.
Ook aanwezig was Francisca
Pattipolohy (93 jaar), een vrouw die de koloniale realiteit (Lees: wreedheid)
aan den lijve heeft ondervonden.
Maar al die confronterende
foto’s ten spijt, het was voor mij een tentoonstelling die zich in de lijn
stelt van het door de overheid gefinancierde onderzoek naar oorlogsmisdaden in
1945-1949, waar Pondaag en Pattipilohy zich al geruime tijd tegen uitspreken,
zonder dat ze overigens een fatsoenlijk podium krijgen.
Wat
mij opvalt is dat het benoemen van de heftigheid van het kolonialisme tegenwoordig
een acceptabele mening is. Het is alsof de Nederlanders zich voor het eerst
realiseren dat het toch wel bruut was. De curatoren van deze tentoonstelling
lijken te denken dat door het gebruik van confronterende beelden het dan niet
koloniaal kan zijn. Terwijl ze ook zouden moeten invoelen dat al die heftige en
vernederende foto’s heel confronterend zijn als je niet-wit bent. Zo banjeren
ze ook over trauma’s heen. In een gesprek met de directeur probeerde Pondaag
dit punt te maken, hij zag de slachtoffers waar zijn stichting voor opkomt niet
respectvol vertegenwoordigd in deze tentoonstelling.
Toen ik
de begeleidende tekst las over de Bersiap (Uiterst gewelddadige periode van
1945-1947 tussen Nederland en Indonesië), wist ik genoeg … ‘violence on both
sides’… Met dat principe probeert Nederland al heel lang recht te praten wat
krom is.
Over de tentoonstelling en de gastredacteur (Red.)
Met Dossier Indië toont het
Wereldmuseum de geschiedenis van het gekoloniseerde Indonesië van de laatste
100 jaar. De vroegste foto’s schetsen een droombeeld van een prachtig Indie. De
tentoonstelling laat zien hoe er door fotografen uit de negentiende eeuw bewust
en onbewust een mythisch beeld van de kolonie werd gecreëerd. Aan het einde van
de negentiende en in de twintigste eeuw veranderden de foto’s van karakter en
ontstaat er een scherper beeld van de maatschappelijke verhoudingen. Het
perspectief verschuift van de Nederlandse kolonialen naar de gekoloniseerde Indonesiërs.
De tentoonstelling is te zien vanaf 2 oktober in het Wereldmuseum in Rotterdam.
Marjolein van Pagee is
fotograaf, historicus en publicist. Ze volgde een master koloniale
Wereldgeschiedenis aan de Universiteit van Leiden.