Door Stuart
Kensenhuis
Gerrit Gravenberch is 12 dagen geleden van achteren neergeschoten door een politieagent in Rijsdijk (district Para in Suriname), omdat hij zonder licht op
een fiets reed. Even daarvoor had de agent
hem een klap gegeven en hij eiste de fiets op. “U hoeft mijn fiets toch
niet af te pakken agent”, probeerde Gravenberch, “ik heb een zaklamp bij me. Niet
lang geleden is mijn bromfiets gestolen en ik heb aangifte gedaan op het
bureau. De vermoedelijke dader heb ik aangewezen, maar tot nu toe is er niets
gebeurd. Pak mijn fiets niet af alsjeblieft? Dit is het enige wat ik nog heb.”
De agent was echter niet te vermurwen. Zoveel onredelijkheid was voor
Gravenberch onbegrijpelijk. Hij liet de fiets voor wat hij was en liep rustig weg,
het erf van een vriend op. De agent beval hem om te stoppen. Gravenberch
luisterde niet. Toen viel het schot.
Gelukkig dat
Gravenberch het kan navertellen, maar het is te triest voor woorden dat in
Suriname nog politieagenten rondlopen die schieten als er geen enkele reële
dreiging van een burger uitgaat. Sterker nog: vaak zijn de burgers, net als
Gravenberch, volledig onschuldig. Ze zijn niet betrokken bij criminele
activiteiten en wapens dragen ze niet. “Merkwaardig”, zegt mijn contactpersoon
bij de Nederlandse politie, een man met meer dan 30 jaar ervaring als
motoragent, “in heel mijn carrière heb ik slechts één keer mijn wapen hoeven te trekken en dan alleen om een
waarschuwingsschot af te vuren. Daarna was de dreiging meteen over. In Suriname
lijkt men sneller gericht te schieten, terwijl het een land is met relatief minder
criminaliteit. Waarom schiet je? Als iemand wegloopt is er toch geen dreiging
meer?”
Wellicht kent u
het verhaal van mijn neef. In 1992 is hij aan de Meursweg, ook in het district
Para, door een politieagent doodgeschoten. De aanleiding was eveneens een
eenvoudige verkeersovertreding. En ook hij liep rustig weg van de plek waar hij
staande werd gehouden. Theo Djoe uit Moengo (oost Suriname) had in 2005 een ‘vriendschappelijke’
vechtpartij met zijn beste vriend. Een politieagent dacht er het zijne van,
trok de ‘kemphanen’ uit elkaar en schoot Djoe in beide benen. Resultaat: zijn
linkerbeen is geamputeerd. Ook in 2005
ging een agent naar de wijk Kwatta in Paramaribo om 2 ruziënde dronken broers
uit elkaar te halen. Hij schoot. Waarom weet niemand. Een vijfjarig meisje werd
geraakt en ze was morsdood. In 2006 werd kapper Witesh Dewnarain in de zaak van
zijn baas gedood door een politieagent. Reden: Dewnarain speelde met een vlindermes
en de agent wilde laten zien dat hij het kon afpakken. Arno Pinas hing in 2008 in een mangoboom aan de Limesgracht in
Paramaribo om vruchten te plukken. Zonder aanmaning of waarschuwing vooraf werd
hij door 3 politieagenten doodgeschoten.
Hoezo? Waar zou hij in hemelsnaam naar toe hebben kunnen vluchten? Zo zijn er
tientallen voorbeelden, de één nog erger dan de ander en elke keer frons ik
mijn wenkbrauwen als ik erover lees. Daarom mijn vraag: hoe komt een getrainde
Surinaamse agent tot de beoordeling om te schieten?
In het
Surinaamse politiehandvest staat nergens letterlijk dat een politieagent mag
schieten als een verdachte wegloopt. Wel dat hij geweld mag gebruiken om
zichzelf en anderen te verdedigen tegen een gewelddadige lichamelijke aanval.
Tevens om groepen uiteen te drijven of verzet te breken. En verder om
ontvluchte veroordeelden aan te houden of personen die van een ernstig misdrijf
worden verdacht. Leest u iets dat het geweld tegen iemand die een eenvoudige overtreding
heeft begaan rechtvaardigt? Nee? Hoe is het dan mogelijk dat in een land met
zoveel goede mensen zoveel onschuldigen gewond raken of gedood worden door
politiegeweld? “Ik wil geen Gestapo-gedrag van de politie”, zei president
Bouterse in 2011 nadat een arrestatieteam bruut was opgetreden tegen een
onschuldige man, “agenten die mishandelen en buitensporig geweld gebruiken
kunnen zware sancties verwachten.” Maar hoeveel waarde kunnen we aan zijn woorden hechten, als
het buitensporig politiegeweld ook onder zijn bewind gewoon doorgaat? Of is de
bescherming van burgers tegen deze agressie vooral iets dat met de mond wordt
beleden?
Ik denk dat de Surinaamse burgers hun irritatie over het politiegeweld om moeten zetten in iets tastbaars, min of meer wat Paulien, de zus van Gravenberch, zo goed heeft gedaan. Ondanks dreigementen en
minachtende opmerkingen van de politie maakte ze stampij en eiste ze dat
Gravenberch snel naar het ziekenhuis werd gebracht. Daarna schakelde ze een
advocaat in. Vasthoudend als een pitbull-terriër ging ze bovendien op onderzoek
uit en sprak ze met ooggetuigen. De volgende dag hoorde ze dat minister Belfor
van Justitie en Politie, een bezoek zou brengen aan politiepost Rijsdijk. Op de
stoep bleef ze rustig wachten totdat hij naar buiten kwam en ze dwong een
gesprek af. “Ik wil beslist geen hetze tegen de politie beginnen”, zegt ze,
“want er zijn genoeg agenten die het hart op de juiste plaats hebben. Maar de
rotte appels moeten eruit.” Ze pleit voor een jaarlijks psychologisch onderzoek
voor alle dienders en ze is vast van plan om de minister hierover een brief te
schrijven. Wellicht kan ze een kopietje sturen aan de politieke partijen in de
Nationale Assemblee. Carl Breeveld, fractieleider van DOE, lijkt me wel een
type die in staat is om binnen korte tijd duizenden handtekeningen te verzamelen,
en die tezamen met de brief aan de president aan te bieden. Want het roer moet
om, zoveel is duidelijk.
“Om
versterking vragen? Dan kan ik beter mijn uniform uit doen en stoppen met werken”,
zei de politieagent op de vraag van een
omstander, vlak nadat hij Gravenberch had neergeschoten. Is hiermee niet de
kern van zijn ziel blootgelegd? Arrogantie? Uit de laatste informatie blijkt verder
dat hij ooit tijdens zijn dienst een burger heeft doodgeschoten. Toen en nu is
hij niet ontwapend door zijn meerderen. Opmerkelijk! Wellicht is hij geïnteresseerd
in een bijrol als schietgrage cowboy in een Bollywood film, want als serieuze
politieagent heeft hij, wat mij betreft, helemaal afgedaan.
Gravenberch ligt
ondertussen in het ziekenhuis om te herstellen en om bij te komen van de
schrik. De kogel is door zijn been gegaan en heeft zijn bot geraakt. Alleen
door Gods ingrijpen heeft hij deze aanval op zijn leven overleefd. We danken,
loven en prijzen Hem. Maar de strijd is niet gestreden. Niet voor Gravenberch,
die zoekt naar genoegdoening en lang moet revalideren. En niet voor Suriname, waar
opnieuw gemetseld moet worden aan de kaders van de rechtstaat: rechtszekerheid en
rechtsbescherming voor alle burgers, en een overheid die zich aan haar eigen regels
houdt, zonder willekeur. Ik bid voor een doorbraak.