Door Stuart Kensenhuis
Fatima Faïd
– raadslid van de Haagse Stadspartij (HSP) – stelt deze week vragen aan het
gemeentebestuur over racisme en discriminatie op de Haagse Hogeschool (HHS). “Het
is een opleidingsinstituut in een super diverse stad maar het is er niet
veilig.”
Den Haag – ‘Boerkahoer’,
schrijft een anonieme student in november vorig jaar op het grote scherm van de
klas, tijdens een interactief werkcollege van Wasima Khan, toen docent recht
aan de opleiding Bestuurskunde / Overheidsmanagement van de HHS en trotse draagster
van een hoofddoek. Haar studenten hebben online ingelogd op Kahoot – een webtool
voor quizzen, discussies of peilingen – en sommigen kiezen een afschuwelijke schuilnaam,
bedoeld om haar te beledigen is haar stellige indruk. Khan is geschokt. Volgens
haar heeft ze ook pseudoniemen voorbij zien komen als Geert Wilders, Zwarte
Piet, Nouri is dood, 34 zuurstof en docent is gay. Woedend vraagt ze aan haar
studenten om de ongepaste inlognamen weg te halen. “Ik heb verder specifiek
gevraagd wie dat eerste scheldwoord heeft opgeschreven maar niemand heeft
gereageerd”, zegt Khan.
Aangeslagen vervolgt ze de les. Tijdens een korte pauze
komt een student [naam bij de redactie bekend (nbrb)] naar haar toe en hij
stelt een vraag: “Daar stond toch boerkahoer?” Daarna loopt hij lachend weg. Khan
is net zo verbijsterd als eerder in de les maar door haar hoofd gaat een
belangrijke vraag. Hoe kan je spreken van een veilige leeromgeving voor
iedereen op de HHS als dit soort uitlatingen zonder serieuze gevolgen kunnen
worden gedaan?
Na de les heeft ze telefonisch contact met de opleidingsmanager en
er wordt een persoonlijk gesprek gepland. Hierbij is ook aanwezig de
coördinator van het eerste jaar en de mentor van de student die in de pauze naar
haar toekwam. Of dit ook dezelfde student is die aanvankelijk dat schandelijk woord
op het scherm schreef is nog steeds niet duidelijk. Veel steun ervaart ze niet
tijdens het gesprek en ook niet als er een bijeenkomst is met collega-docenten
om het voorval te bespreken. “Ze waren stil of terughoudend”, zegt ze. Maar er
blijft toch iets hangen; het verhullend bij haar zoeken naar zaken die duiden
op een gebrek aan didactische vaardigheden. Dat doet bij haar extra pijn.
Uiteindelijk heeft de opleidingsmanager later een gesprek met de student die zo
‘stoer’ deed in de pauze – waar Khan overigens niet bij mocht zijn – maar het
wordt al gauw erop gegooid dat er bij hem sprake is van een gedragsstoornis en
dat hij het gebruik van het woord boerkahoer niet beledigend bedoelde. Grapje
zeker. Waar hebben we dit eerder gehoord? Begrijpelijkerwijs voelt Khan zich
onveilig. Ze vertelt ook over een ander incident toen ze in februari vorig jaar
een briefje op haar bureau vond met de term ‘nazi-slet’ en het zou zomaar
kunnen dat ze opnieuw te maken krijgt met grensoverschrijdende uitlatingen. Kan
ze dan wel op de steun rekenen van haar directe leidinggevenden en collega’s?
Ten
einde raad besluit ze het hogerop te zoeken bij de faculteitsdirecteur. Zij
besluit dan om de zaak af te handelen en de ‘foute’ student een schriftelijke
waarschuwing te geven. Is dan al bekend wie het scheldwoord op het scherm van
de klas heeft geschreven? Nee want pas na zes weken besluit de opleidingsmanager
om Kahoot een kort mailtje te sturen. Al gauw wordt duidelijk dat – wil hij
eventueel iets gedaan krijgen – er een aangifte moet liggen van de HHS.
Blijkbaar is dit obstakel hem teveel want hij laat de zaak verder rusten. “Ik
vind dat er niet snel genoeg is gereageerd en dat er onvoldoende maatregelen
zijn genomen”, zegt Khan verontwaardigd.
“Na mijn overwinning hebben ze geprobeerd om me kapot te maken"
Angstdromen
duiken op van dertien jaar geleden toen twee docenten – Ram Ramsahai en Peter
Ramlal - een klacht indienden bij de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) over
racisme en discriminatie op de HHS en volledig gelijk kregen. Wat opvalt in het
schriftelijk oordeel van de CGB over Ramlal is dat zijn klachten bijna
stelselmatig door leidinggevenden op de HHS werden weggezet als een gebrek aan
professionaliteit of niet serieus werden genomen. Pijnlijk is om te lezen hoe
hij drie jaar lang bijna dagelijks minachtende opmerkingen moest aanhoren over
zwarte mannen – een groep waar hij gemakshalve ook onder werd gerangschikt – door een witte vrouwelijke
collega, tevens zijn kamergenoot. Bovendien werd hij door haar, ten overstaan
van studenten en een docent, voor aap uitgemaakt. Op basis van alle bewijzen kon
de CGB dan ook niet anders dan tot het oordeel komen dat de HHS verboden
onderscheid had gemaakt op grond van ras en dat de docenten onvoldoende waren
beschermd.
Na het oordeel van de CGB is Ramlal merkwaardig genoeg tot 2018 bij
de HHS blijven werken terwijl Ramsahai al snel er voor koos om te vertrekken. Als
Ramlal hoort over de zaak van Wasima Khan is hij meteen bloedlink en even later
komt hij met een verrassende mededeling. “Na mijn overwinning hebben ze
geprobeerd om me kapot te maken – weer door
verboden onderscheid te maken op grond van ras – en ben ik samen met een andere
collega (nbrb) twee jaar geleden naar het College voor de Rechten van de Mens gestapt
(CRM is de opvolger van de CGB). Eind mei van dit jaar komen ze met een oordeel”,
vertelt hij.
Ramlal laat een brief zien uit 2019 met een voorstel van de HHS om
de zaak af te kopen voor tienduizend euro met als voorwaarde dat hij nooit meer
erover mag praten. Verontwaardigd wijst hij het voorstel af en stuurt hij een verklaring
aan het CRM: “Het voorstel deed onvoldoende recht aan mijn jarenlange ervaring
met racisme en discriminatie op de HHS. Het komt op mij over als een
doofpotactie en getuigt van onvoldoende besef van de ernst van de klacht en de
traumatische gevolgen voor de slachtoffers”, schrijft hij. “Verder ontbreekt er
een serieuze toezegging om er voldoende werk van te maken dat deze problemen
niet meer op de HHS voorkomen.”
Raad van
Europa
‘Iedereen
heeft de verantwoordelijkheid om ‘racisme en discriminatie’ kritisch te volgen
en aan te pakken’, staat op de website van De Raad van Europa. Dit invloedrijk
Europees orgaan geeft ook enkele praktische aandachtspunten bij het ontwikkelen
van beleid hierover en dit vormt een goede basis om de acties – of het gebrek
hieraan – van de leidinggevenden van de HHS langs de meetlat te leggen.
Er
moet een duidelijke verklaring worden afgelegd – vooral bereikbaar voor iedereen binnen de schoolgemeenschap – waaruit blijkt dat racisme en discriminatie niet wordt getolereerd.
In het beleid moet helder gemaakt worden welke procedures verplicht zijn als zich
een incident voordoet met betrekking tot racisme of discriminatie.
Het
beleid, inclusief de processen en overeengekomen acties voor het omgaan met
incidenten, moet zich uitstrekken tot alle leden van de onderwijsgemeenschap;
bestuurders, personeel (docenten en andere medewerkers), studenten en
bezoekers.
Voor
iedereen moet het helder zijn dat ze een eigen verantwoordelijkheid hebben – in
elk geval binnen de schoolgemeenschap – om racisme en discriminatie aan te
pakken.
De
aanpak van een incident met betrekking tot racisme of discriminatie moet samenhangend
en niet tegenstrijdig zijn.
De
reactie op een incident met betrekking tot racisme of discriminatie moet worden
gegeven vlak nadat het zich voordoet of wordt gemeld.
Eventuele
vervolgacties op een incident moeten plaatsvinden binnen een van tevoren overeengekomen
tijdschema.
Het is
allemaal geen ‘rocket science’ als je alle betrokkenen bij de HHS wil beschermen
tegen het kwaad dat inmiddels wijdvertakt is in de Nederlandse samenleving maar
door velen simpelweg wordt ontkend. Voor wat het waard is; na de uitspraak in 2008
m.b.t. de zaak Ramlal/Ramsahai tegen de HHS heeft de CGB in 2009 een breed onderzoek laten doen
naar racisme en discriminatie op de HHS. Kernvraag hierbij was: is er sprake van
systeemdiscriminatie of stelselmatig onderscheid op grond van ras en wat zijn
de mogelijke verklaringen. De adviezen in het rapport met de titel ‘Onderzoek
naar discriminatie op de Haagse Hogeschool’ komen goed overeen met de aanbevelingen
van de Raad van Europa. Zou je denken dat de HHS sinds die tijd wel racisme en
discriminatie serieus neemt en adequaat handelt na een incident?
"Je bent hier te gast dus gedraag je naar je positie"
Een student
(nbrb) – die vanwege mogelijke represaillemaatregelen anoniem wil blijven - is
daar in ieder geval niet van overtuigd. Hij vertelt over een klacht die hij had
ingediend tegen een docent (nbrb), die volgens hem, stereotyperende en discriminerende
uitlatingen had gedaan. “De eerstvolgende keer dat ik een werkstuk inleverde
kreeg ik een onvoldoende. Ik vermoedde dat ik terug werd gepakt dus later heb
ik hetzelfde werkstuk door een collega-student laten inleveren. Er waren alleen
enkele kleine wijzigingen aangebracht, waaronder de titel, maar die student
kreeg wel een voldoende”, vertelt hij. Ook vertelt de anonieme student over een
voorval met een andere docent (nbrb) die het duidelijk niet kon hebben dat een
Marokkaanse studente kritisch was tijdens een inhoudelijke discussie. “Hij viel
naar haar uit en zei: ‘Je bent hier te gast dus gedraag je naar je positie’.”
Pijnlijk
om aan te horen – zeker in deze tijd met een dramatisch docententekort – is de
opmerking van deze anonieme student dat hij minimaal zeven docenten (nbrb) kent
uit de migrantengemeenschap die in de afgelopen jaren zijn gestopt met de
uitoefening van ‘het vak’ en bij de HHS zijn vertrokken of op het punt staan
dat te doen. “Ze hebben allemaal verteld waar ik bij was dat racisme en
discriminatie hiervan de reden was”, zegt hij. Over de kwaliteit van de
klachtenafhandeling is de anonieme student ook helemaal niet te spreken. Ondanks
gesprekken met de belangrijkste aanspreekpunten van zijn opleiding is er verder niet zo veel gebeurd. Iedereen blijft in zijn
positie, er volgt geen excuus en men gaat verder alsof er niets aan de hand is. “Ik
vind dat de HHS niet goed met racisme en discriminatie omgaat. Ze schrijven zelf
of werken mee aan 'mooie berichten' - zoals vorige maand in een AD-artikel over de
discriminerende uitingen aan het adres van docent Wasima Khan (zie de link) - en
daar blijft het bij. Vaak wordt er slecht gecommuniceerd en is er geen follow-up.
Als ze met een reactie komen dan is het omdat ze niet anders kunnen”, zegt hij.
Typerend wellicht
voor de manier waarop de HHS met dit vraagstuk omgaat is een gesprek tussen Leonard
Geluk, op dat moment nog voorzitter van het college van bestuur(CvB) en Rudy
van der Beek, student Public Management en Integrale Veiligheidskunde. Van der Beek voert het gesprek op persoonlijke titel en staat nadrukkelijk los van zijn vele nevenactiviteiten, onder meer als voortrekker en vertegenwoordiger van studentenbelangen. “Ik had aan Geluk een brief geschreven omdat ik signalen had ontvangen van docenten en
studenten met een bi-culturele achtergrond dat zij zich buitengesloten voelden
of te maken kregen met racisme of discriminatie. In het gesprek sprak ik mijn
verontrusting erover uit en vroeg om maatregelen. Geluk had het over het
instellen van een taskforce. Het probleem is dat ik hem op een maandag sprak en
twee dagen later was zijn laatste dag op de HHS. Dus ik heb er verder niets
over gehoord”, vertelt Van der Beek. Je zou denken dat zo’n brief wordt
overgedragen en dat bijvoorbeeld een ‘tussenpaus’ met Van der Beek hierover
communiceert. Helaas.
Fatima Faïd van de HSP |
Volgens Fatima
Faïd van de HSP is er reden genoeg om schriftelijke vragen te stellen aan het
gemeentebestuur. “Dertien jaar geleden waren er heftige incidenten en de slachtoffers
hebben gelijk gekregen. Als ik dan nu lees dat de HHS in die dertien jaar niet
veel heeft gedaan dan ben ik geschokt. Het is een opleidingsinstituut in een
super diverse stad en het is er niet veilig. Naar aanleiding van het artikel in
AD (zie link) hebben we signalen ontvangen van studenten en docenten. Het kan niet
zo zijn dat zij met racisme of discriminatie te maken krijgen en ziek thuis
zitten en de HHS alleen maar roept dat ze een commissie in het leven gaan
roepen”, geeft ze als toelichting.
Tenslotte: los
van de zeven docenten die volgens de anonieme student in de afgelopen jaren zijn
vertrokken of op het punt staan dit te doen, is docent Wasima Khan per februari
van dit jaar ook opgestapt bij de HHS. Onlangs heeft ze bovendien een klacht ingediend bij het CRM. Over de reden hoeft niemand naar te
gissen.
Artikel in AD/Haagsche Courant van 22 april 2020