donderdag 6 december 2012

Weg met zwarte Piet

Door Stuart Kensenhuis


Andrée Van Es, wethouder en locoburgemeester in Amsterdam, vindt dat zwarte Piet moet worden afgeschaft. Daarmee is zij de eerste bestuurder in Nederland die openlijk afstand neemt van het hulpje van Sinterklaas. “Het Sinterklaasfeest is ooit begonnen zonder zwarte Piet en het is tijd om afscheid van hem te nemen,” zegt ze. Haar uitspraken haalden de buitenlandse pers. Van Fox News tot ABC News bespreken ze Nederland en de groeiende anti-zwarte Piet beweging. Buitenlandse toeristen zijn vaak verbaasd als ze in de winter de helpers van Sint Nicolaas zien: ‘… in short, a racist caricature of a black person’, schrijft persbureau Asociated Press (AP).  Vindt u ook dat zwarte Piet zijn langste tijd heeft gehad?

Gisteren was het weer Sinterklaas en ik heb opnieuw geprobeerd om me te verstoppen. Sinds mijn jongste jeugd in Nederland word ik rond 5 december soms nageroepen door kinderen en volwassenen. “Daar heb je zwarte Piet,” riep een lelieblank jongetje vorige week nog, terwijl hij naar me wees vanuit het kinderzitje van een winkelwagen, in de supermarkt die zogenaamd op de kleintjes let. Verwachte hij marsepein of pepernoten? Echt niet. Hij was gewoon een pestkop die wist of behoorde te weten dat zwarte Piet en ik niet dezelfde zijn, al was het maar omdat ik geen felrode dikke lippen heb en geen pruik draag met wollig kroeshaar. Bij volwassenen zit in het naroepen soms zoveel venijn dat ik me afvraag wat ik heb misdaan waardoor ik bij hen haatgevoelens oproep, in plaats van de vreugde die gepaard gaat bij wat men een ‘onschuldig kinderfeest’ noemt. Zou het kunnen dat zwarten in Nederland onbewust en bewust geassocieerd worden met zwarte Piet van het Sinterklaasfeest en kunt u zich er iets bij voorstellen dat ik me dan ongemakkelijk voel? Ongeveer dezelfde negatieve ervaringen hoor ik van familie, vrienden en kennissen. Onlangs vertelde mijn tante aan mij hoe ze vroeger als leerkracht op een Scheveningse basisschool, door sommige leerlingen en hun ouders werd uitgescholden voor zwarte Piet. Wat mij betreft is het tijd om het Sinterklaasfeest aan te passen aan de veranderde samenstelling van de Nederlandse bevolking,  zodat dit een feest wordt voor alle Nederlanders. Nu is het vooral een feest voor de lelieblanke meerderheid. Of vindt u me nu een zeurpiet?
  
Na de elfstedentocht is er maar één onderwerp waarvan de mensen in dit land helemaal van in de ban kunnen raken: het Sinterklaasfeest. In de tijd waarin we leven met allerlei economische en maatschappelijke vraagstukken en waar leugenachtige pro-Europese politici smijten met uw geld en u achterlaten in onzekerheden over o.a. uw baan, immigratiestroom, belastingen, pensioen, hypotheek, ziektekosten, etc., is het Sinterklaasfeest een strohalm waar u zich mee kan identificeren en het geloof in Nederland nog enigszins levend kan houden. En dan zit u niet te wachten op nog een zwarte die lawaai maakt over iets wat u ziet als een onschuldig kinderfeest. Daar wordt u vermoedelijk knap chagrijnig van. U wenst nog net niet dat ik vertrek, bijvoorbeeld terug naar mijn geboorteland, maar ik moet ophouden. Toch?

Ik begrijp u, maar vertrekken zit er niet in want de strijd is nog maar net begonnen en dit waardevolle land is ook mijn thuis. Ik vraag niet dat het Sinterklaasfeest wordt afgeschaft. Dat nooit. Want Sinterklaas hoort bij de Nederlandse cultuur, net als geitenwollen sokken, de kaasschaaf, koek-en-zopie en de koningin. Die traditie van familie, gezin, geborgenheid, cadeautjes, gedichten en liedjes, is geweldig. Hier heb ik respect voor en mensen die dit feest vieren vind je ook terug in mijn vriendenkring. Het enige dat ik vraag is dat die ‘achterlijke’ zwarte Piet wordt aangepast. Dat hij meegaat met de veranderende tijd in Nederland, een land waar meerdere volken vredig bij elkaar wonen. En ook dat ik die domme smoes niet meer hoef aan te horen: hij is zo zwart als roet omdat hij door de schoorsteen moest. Dat ik me niet meer hoef te verbazen over die rare tekst van een sinterklaasliedje: ‘Want al ben ik zo zwart als roet, ik bedoel het toch goed.’ En dat zwarte Piet niet meer wordt gebruikt om me te kwetsen met mijn huidskleur.

Kleuren Piet is het beste alternatief, denk ik. Piet is dan geschminkt in alle kleuren van de regenboog en hij mag best het hulpje van de Sint zijn. Hij is in ieder geval niet uitsluitend een Piet die dom vrolijk rondhuppelt, eigenlijk te stompzinnig voor woorden is, felrode dikke lippen, wollig kroeshaar en… blauwe ogen heeft. Dat is niet meer van deze tijd. Bovendien roept hij teveel negatieve associaties op zowel voor blanken als zwarten. Dat veranderen echt mogelijk is bewijst de Hollandse gemeenschap in Amerika en Vancouver Canada die het Sinterklaasfeest soms met en soms zonder Piet viert, maar nooit met zwart geschminkte gezichten, felrode dikke lippen en wollig kroeshaar.  Zo probeert men de Afrikaans-Amerikaanse en Afrikaans-Canadese gemeenschap niet te kwetsen. Dat is al veel meer inlevenheid voor zwarte mensen dan de schoolmeester Jan Schenkman liet zien toen hij in 1845 zijn boek ‘Sint Nicolaas en zijn helper’ schreef en voor het eerst een zwarte Afrikaan introduceerde, iets waaruit onomstotelijk blijkt dat zwarte Piet oorspronkelijk niet bij het Sinterklaas feest hoort.  

Nee, ik ben niet bang voor de donkere bunker waarin ik verbale agressie, cynisme, gebrek aan historisch besef en ronduit discriminatie vind als ik over dit onderwerp schrijf, want de mensen die zich hieraan overgeven hebben sowieso geen interesse in welk ongemak dan ook van zwarten en andere allochtonen in Nederland. Net als wethouder Van Es wil ik werken aan een beter Nederland zonder zwarte Piet.  Ik voel me hierin ook gesteund door de zangeres Anouk, het model Doutzen Kroes, de emeritus hoogleraar historische Nederlandse letterkunde Herman Pleij, de rapper Kleine Viezerik en onderzoeker van het Meertens instituut, John Helsloot. Zij willen ook een aanpassing van het Sinterklaasfeest en ze laten de lange trein van de verandering voortdenderen, ondanks  bizarre verbale aanvallen waarin ze worden weggezet als links, emotioneel, politiek correct, zeurpiet, niet relevant of nutteloos. Ik ben er van overtuigd dat de verandering komt en ik bid voor een doorbraak.  

dinsdag 4 september 2012

Politiegeweld in Suriname

Door Stuart Kensenhuis

Gerrit Gravenberch is 12 dagen geleden van achteren neergeschoten door een politieagent in Rijsdijk (district Para in Suriname), omdat hij zonder licht op een fiets reed.  Even daarvoor  had de agent  hem een klap gegeven en hij eiste de fiets op. “U hoeft mijn fiets toch niet af te pakken agent”, probeerde Gravenberch, “ik heb een zaklamp bij me. Niet lang geleden is mijn bromfiets gestolen en ik heb aangifte gedaan op het bureau. De vermoedelijke dader heb ik aangewezen, maar tot nu toe is er niets gebeurd. Pak mijn fiets niet af alsjeblieft? Dit is het enige wat ik nog heb.” De agent was echter niet te vermurwen. Zoveel onredelijkheid was voor Gravenberch onbegrijpelijk. Hij liet de fiets voor wat hij was en liep rustig weg, het erf van een vriend op. De agent beval hem om te stoppen. Gravenberch luisterde niet. Toen viel het schot.

Gelukkig dat Gravenberch het kan navertellen, maar het is te triest voor woorden dat in Suriname nog politieagenten rondlopen die schieten als er geen enkele reële dreiging van een burger uitgaat. Sterker nog: vaak zijn de burgers, net als Gravenberch, volledig onschuldig. Ze zijn niet betrokken bij criminele activiteiten en wapens dragen ze niet. “Merkwaardig”, zegt mijn contactpersoon bij de Nederlandse politie, een man met meer dan 30 jaar ervaring als motoragent, “in heel mijn carrière heb ik slechts één keer mijn wapen hoeven te trekken en dan alleen om een waarschuwingsschot af te vuren. Daarna was de dreiging meteen over. In Suriname lijkt men sneller gericht te schieten, terwijl het een land is met relatief minder criminaliteit. Waarom schiet je? Als iemand wegloopt is er toch geen dreiging meer?” 
  
Wellicht kent u het verhaal van mijn neef. In 1992 is hij aan de Meursweg, ook in het district Para, door een politieagent doodgeschoten. De aanleiding was eveneens een eenvoudige verkeersovertreding. En ook hij liep rustig weg van de plek waar hij staande werd gehouden. Theo Djoe uit Moengo (oost Suriname) had in 2005 een ‘vriendschappelijke’ vechtpartij met zijn beste vriend. Een politieagent dacht er het zijne van, trok de ‘kemphanen’ uit elkaar en schoot Djoe in beide benen. Resultaat: zijn linkerbeen is  geamputeerd. Ook in 2005 ging een agent naar de wijk Kwatta in Paramaribo om 2 ruziënde dronken broers uit elkaar te halen. Hij schoot. Waarom weet niemand. Een vijfjarig meisje werd geraakt en ze was morsdood. In 2006 werd kapper Witesh Dewnarain in de zaak van zijn baas gedood door een politieagent. Reden: Dewnarain speelde met een vlindermes en de agent wilde laten zien dat hij het kon afpakken. Arno Pinas hing  in 2008 in een mangoboom aan de Limesgracht in Paramaribo om vruchten te plukken. Zonder aanmaning of waarschuwing vooraf werd hij door 3  politieagenten doodgeschoten. Hoezo? Waar zou hij in hemelsnaam naar toe hebben kunnen vluchten? Zo zijn er tientallen voorbeelden, de één nog erger dan de ander en elke keer frons ik mijn wenkbrauwen als ik erover lees. Daarom mijn vraag: hoe komt een getrainde Surinaamse agent tot de beoordeling om te schieten?
   
In het Surinaamse politiehandvest staat nergens letterlijk dat een politieagent mag schieten als een verdachte wegloopt. Wel dat hij geweld mag gebruiken om zichzelf en anderen te verdedigen tegen een gewelddadige lichamelijke aanval. Tevens om groepen uiteen te drijven of verzet te breken. En verder om ontvluchte veroordeelden aan te houden of personen die van een ernstig misdrijf worden verdacht. Leest u iets dat het geweld tegen iemand die een eenvoudige overtreding heeft begaan rechtvaardigt? Nee? Hoe is het dan mogelijk dat in een land met zoveel goede mensen zoveel onschuldigen gewond raken of gedood worden door politiegeweld? “Ik wil geen Gestapo-gedrag van de politie”, zei president Bouterse in 2011 nadat een arrestatieteam bruut was opgetreden tegen een onschuldige man, “agenten die mishandelen en buitensporig geweld gebruiken kunnen zware sancties verwachten.” Maar hoeveel  waarde kunnen we aan zijn woorden hechten, als het buitensporig politiegeweld ook onder zijn bewind gewoon doorgaat? Of is de bescherming van burgers tegen deze agressie vooral iets dat met de mond wordt beleden?

Ik denk dat de Surinaamse burgers hun irritatie over het politiegeweld om moeten zetten in iets tastbaars, min of meer wat Paulien, de zus van Gravenberch, zo goed heeft gedaan. Ondanks dreigementen en minachtende opmerkingen van de politie maakte ze stampij en eiste ze dat Gravenberch snel naar het ziekenhuis werd gebracht. Daarna schakelde ze een advocaat in. Vasthoudend als een pitbull-terriër ging ze bovendien op onderzoek uit en sprak ze met ooggetuigen. De volgende dag hoorde ze dat minister Belfor van Justitie en Politie, een bezoek zou brengen aan politiepost Rijsdijk. Op de stoep bleef ze rustig wachten totdat hij naar buiten kwam en ze dwong een gesprek af. “Ik wil beslist geen hetze tegen de politie beginnen”, zegt ze, “want er zijn genoeg agenten die het hart op de juiste plaats hebben. Maar de rotte appels moeten eruit.” Ze pleit voor een jaarlijks psychologisch onderzoek voor alle dienders en ze is vast van plan om de minister hierover een brief te schrijven. Wellicht kan ze een kopietje sturen aan de politieke partijen in de Nationale Assemblee. Carl Breeveld, fractieleider van DOE, lijkt me wel een type die in staat is om binnen korte tijd duizenden handtekeningen te verzamelen, en die tezamen met de brief aan de president aan te bieden. Want het roer moet om, zoveel is duidelijk.

“Om versterking vragen? Dan kan ik beter mijn uniform uit doen en stoppen met werken”,  zei de politieagent op de vraag van een omstander, vlak nadat hij Gravenberch had neergeschoten. Is hiermee niet de kern van zijn ziel blootgelegd? Arrogantie? Uit de laatste informatie blijkt verder dat hij ooit tijdens zijn dienst een burger heeft doodgeschoten. Toen en nu is hij niet ontwapend door zijn meerderen. Opmerkelijk! Wellicht is hij geïnteresseerd in een bijrol als schietgrage cowboy in een Bollywood film, want als serieuze politieagent heeft hij, wat mij betreft, helemaal afgedaan.  

Gravenberch ligt ondertussen in het ziekenhuis om te herstellen en om bij te komen van de schrik. De kogel is door zijn been gegaan en heeft zijn bot geraakt. Alleen door Gods ingrijpen heeft hij deze aanval op zijn leven overleefd. We danken, loven en prijzen Hem. Maar de strijd is niet gestreden. Niet voor Gravenberch, die zoekt naar genoegdoening en lang moet revalideren. En niet voor Suriname, waar opnieuw gemetseld moet worden aan de kaders van de rechtstaat: rechtszekerheid en rechtsbescherming voor alle burgers, en een overheid die zich aan haar eigen regels houdt, zonder willekeur. Ik bid voor een doorbraak.



vrijdag 20 april 2012

Valse amnestie voor Bouterse

Door Stuart Kensenhuis

Het Surinaamse parlement heeft president Desi Bouterse en de andere verdachten in het 8 december strafproces, amnestie gegeven voor marteling en moord op 15 mannen tijdens het militaire bewind in 1982. De oppositie is ‘not amused’ en heeft tegen gestemd. Ruth Wijdenbosch van de Nationale Partij Suriname (NPS) noemt het een zwarte bladzijde in de geschiedenis van het parlement. Chandrikapersad Santokhi van de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP), vindt dat de volksvertegenwoordiging wordt misbruikt om de rechterlijke macht te ondermijnen. Bouterse wijst alle kritiek van de hand. “Ik ben een kind van God”, zegt hij. “Niets kan me breken.”

In februari 1983 was ik 18 jaar en ik zat op het Thorbecke Lyceum in Den Haag. Voor het vak geschiedenis had ik een werkstuk gemaakt over Suriname, het land dat ik bijna 9 jaren daarvoor had verlaten. Over de decembermoorden schreef ik o.a.: 

‘De bezittende, kapitalistische en uitbuitende klasse is misschien grotendeels uitgeschakeld, maar het gewone volk heeft niet geleden.’

‘Sic,’ schreef mevrouw Coutinho, mijn docente geschiedenis, in de kantlijn. Hiermee gaf ze aan dat ik een foute denkwijze volgde. Verderop schreef ze: ‘Stuart, elk mensenleven is toch evenveel waard?’ Dat is zo, maar toen was ik ontvankelijk voor de ideologisch duistere kamer van Bouterse en zijn kornuiten, waar het zicht op eenvoudige verbanden tussen goed en kwaad was verdwenen. Het was alsof ik vergoelijkte dat die 15 mannen verdienden om te sterven. “Ze zijn tijdens een vluchtpoging doodgeschoten’, zei Bouterse op de televisie en ik geloofde hem. Jong en naïef was ik, net als de meeste stemmers van vandaag op zijn Nationaal Democratische Partij (NDP). Marteling en moord is nooit goed te praten en de rechtvaardigheid gebiedt dat de rechter hierover een oordeel moet vellen. Geen amnestiewet die mij van dat inzicht afbrengt. 

De 15 vermoorde mannen. Vanaf boven v.l.n.r.: Eddy Hoost,
Kenneth Concalves, Harold Riedewald, John Baboeram,
Robby Sohansing, Sugrim Oemrawsing, Gerard Leckie, 
Cyril Daal, Soerindre Rambocus, Jiwansingh Sheombar, 
Rudi Kampervceen, Lesley Rahman, Frank Wijngaarde
Bram Behr en Jozef Slagveer. 

Bij de totstandkoming van die amnestiewet is niet met de nabestaanden van de 15 gemartelde en vermoorde mannen gesproken. Geen woord van verontschuldiging, verzoening of een teken van begrip. Dat zou je verwachten als je zorgvuldig te werk gaat. Wel is achteraf en in een razend tempo met allerlei maatschappelijke en politieke groeperingen gesproken. “Het zou billijk zijn geweest als de indieners aan ons hadden gevraagd hoe wij over de amnestiewet denken”, zei Sunil Oemrawsingh, die in december 1982 zijn broer verloor. Hij vindt dat de amnestiewet als enige doel heeft dat er geen vonnis wordt uitgesproken in het strafproces. Dat ben ik met hem eens. Sterker nog, het lijkt er meer op dat de indieners willen zeggen: we hebben niets met de nabestaanden te maken. En ook dat Suriname een land is waar je weg kunt komen met marteling en moord, als je maar de juiste politieke kleur hebt. 

"De trein blijft rustig voortdenderen", schreef een Bouterse-aanhanger op een Surinaams forum op internet. Dat klopt, ... richting de afgrond!!! 

En dan de doelstelling van de indieners van de amnestiewet: rust in de samenleving, zoals ze zelf zeggen. Het is alsof je een voetbalwedstrijd speelt tegen team Bouterse en hij bepaalt samen met zijn elftalvriendjes wanneer het rust is. Ze negeren de scheidsrechter en gebruiken zijn fluit om marsmuziek te spelen, iets waarmee vooral een dictatuur wordt geassocieerd. Met de grensrechtervlag vegen ze verder hun kont af, want doellijn of strafschopgebied bestaat niet in hun jargon. Grappig, dat zeker, maar denkt u dat u met team Bouterse een rustige wedstrijd speelt? Ik denk van niet. In de samenleving die hij voorstaat zal geen rust zijn, want de vloek is nog steeds aanwezig. En een vloek kan je niet verwijderen met een parlementaire pennenstreek. Er zit namelijk een geestelijke dimensie aan, iets waarmee je de weg vrijmaakt of nieuwe blokkades opwerpt. Met de amnestiewet in zijn huidige vorm gebeurt vooral het laatste en is er geen bevrijding of rust, niet voor de nabestaanden van de 15 gemartelde en vermoorde mannen, noch voor de verdachten en hun familie. ‘De trein blijft rustig voortdenderen’, schreef een Bouterse aanhanger op een Surinaams forum op internet. Dat klopt, ... richting de afgrond!!! 

“Het is te lang geleden”, zegt Andre Misiekaba, parlementslid voor de partij van Bouterse. “In 1982 was ik 6 jaar oud. Die problemen van toen heb ik niet gecreëerd.” Tijd is geen argument bij misdaden tegen de menselijkheid, maar het is opvallend hoe gemakkelijk aanhangers van Bouterse willen vergeten wat er 30 jaar geleden is gebeurd, en met hetzelfde gemak het Nederlandse koloniale verleden oprakelen, iets dat soms meer dan 300 jaar geleden is gebeurd. In een demonstratie van gebrek aan respect voor de rechtstaat en de nabestaanden  spreken ze bovendien over dat ‘8 december ding’ of een ‘wissewasje’. Vaststaat dat de 15 mannen niet zichzelf van huis hebben opgehaald, naar kazerne Fort Zeelandia zijn gereden, zichzelf daar hebben beschimpt, toegetakeld, gemarteld en doodgeschoten. Een gerechtelijk proces hebben ze ook niet gehad. Hiervoor draagt Bouterse de politieke verantwoordelijkheid. Niet omdat ik het zeg, maar omdat hij dat zelf meermaals heeft toegegeven. Dat alleen is al voldoende voor een veroordeling. En dan maakt het niet zoveel meer uit of hij zelf mannen heeft gedood of niet. Deze misdaad tegen de menselijkheid heeft geen verjaringstermijn, iets dat zelfs een eerstejaars student van een rechtenopleiding u kan vertellen. In dit verband hebben de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens, en Navi Pillay, hoge commissaris voor de mensenrechten bij de Verenigde Naties, onlangs een vergelijkbare verklaring uitgegeven.

“Zalig zijn de vreedzamen, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden’, staat in Mattheüs 5:9 van de Bijbel, een tekst die Bouterse en zijn (politieke) vrienden ter harte zouden moeten nemen. Uitingen van vijandigheid, zoals de amnestiewet over de decembermoorden, passen niet bij deze levenshouding, want dat verraad meer een toewijding aan de duivel in plaats van een toewijding aan God. Schuld belijden, berouw, boetedoening en vergiffenis vragen, dat is de juiste handelwijze bij het verwijderen van de vloek. God kent het kwaad, maar hij is er niet door gegrepen. Zelfs al ben je een kind van God, Zijn goedheid betekent niet dat Hij je niet kan straffen. Daarom bid ik voor de bevrijding van de vloek, een beladen geschiedenis over de decembermoorden in Suriname. Dat ik haat jou omdat jij mij haat door Gods goedheid uit dit land wordt verdreven en dat door rechtvaardigheid elke onrechtvaardigheid wordt bestraft

donderdag 23 februari 2012

“Waar zijn we mee bezig”


Door Stuart Kensenhuis

Bijna 60 procent van de 12-jarige meisjes heeft zich in 2010 laten inenten tegen  baarmoederhalskanker, iets meer dan in 2009 (52 procent). Dit blijkt uit cijfers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Inenting tegen baarmoederhalskanker is in 2009 opgenomen in het rijksvaccinatieprogramma, een beslissing van Ab Klink, de toenmalige minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).  Hiermee volgde hij een advies op van de gezondheidsraad. Martin de Munck, voorzitter van de Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken (NVKP), is er tegen. “Het vaccin is niet getest op 12-jarige meisjes,” zegt hij. Ik had een gesprek met hem.

Martin de Munck


Is de NVKP uit gewoonte tegen vaccins?
"Dit is de eerste keer dat we tegen een vaccin zijn. Er zijn zoveel onzekere factoren dat het advies van de gezondheidsraad net zo goed de andere kant uit had kunnen gaan. Als je zegt dat we een vaccin gaan gebruiken waarvan we nog niet weten of het helpt: waar zijn we dan mee bezig?“

Wat is precies uw bezwaar?
"Na besmetting duurt het 15 tot 30 jaar voordat je weet of je baarmoederhalskanker krijgt. Bij de ontwikkeling van het vaccin zijn vrouwen 6 jaar gevolgd. We weten dus niet of ze niet meer ziek worden. Bovendien is het vaccin niet getest op meisjes van 12, maar op vrouwen van 16 tot 26 jaar. Verder zitten er gevaarlijke stoffen zoals natriumboraat in, waarvan de invloed op die meisjes nog niet duidelijk is."

De gezondheidsraad verwacht jaarlijks ruim honderd sterfgevallen te voorkomen. Dat is toch winst in effectiviteit, tijd en geld?
"Dat is een argument aan de ene kant van het schaaltje. De andere kant is dat er in Duitsland, Oostenrijk en Amerika meisjes zijn overleden, kort nadat ze waren ingeënt. Weegt dat op tegen de winst?"

Is de dood van die meisjes een direct gevolg van inenting met het vaccin?
Stel dat u een dochter hebt van 12 jaar. Er wordt bij haar een vaccin ingespoten en vijftien minuten later is ze dood. Kunt u dan bewijzen waardoor ze is overleden?"

Is er geen onderzoek naar gedaan?
"Ze overleed aan de pil, zegt men in Amerika. De pil kan bloedstolsels veroorzaken. Van het meisje in Duitsland heeft men geen bewijs gevonden dat het kwam door het vaccin."

Vindt u dat het advies van de gezondheidsraad is beïnvloed door de commercie?
"Daar ben ik van overtuigd. In de commissie die verantwoordelijk is voor het advies zat bijvoorbeeld professor Gemma Kenter. Ze is hoogleraar oncologische gynaecologie aan het  Academisch Medisch Centrum in Amsterdam (AMC). Zij heeft onderzoek gedaan naar dit vaccin voor één van de fabrikanten. Dus als u aan mij vraagt: is het onderzoek onafhankelijk, dan zeg ik nee. Want die onderzoekers zitten ook aan de andere kant. Ze eten het brood van de farmaceutische industrie."

Spreken we hier over een groot gezondheidsprobleem?
"Baarmoederhalskanker is een groot probleem op het moment dat je het hebt. Maar het staat niet in de top 20 van doodsoorzaken door kanker. Borstkanker eist veel meer levens. Bovendien is het aantal doden sterk afgenomen in de afgelopen 30 jaar. Het is dus niet een ziekte waarvan je kunt zeggen dat dit een bedreiging is van onze volksgezondheid."

Wat is het alternatief?
"Vrouwen stimuleren om mee te doen aan het vijfjaarlijkse bevolkingsonderzoek. We pleiten ook voor verlaging van de leeftijd waarop dit kan. Nu is dit 30 jaar. Als je er vroeg bij bent heb je meer kans om te overleven. Ook moet er meer voorlichting gegeven worden over de manier waarop baarmoederhalskanker ontstaat. Veel vrouwen weten niet eens dat het door seks komt. Met condoomgebruik kan je besmetting voorkomen.“ 


Filmpje: De prik en het meisje. Documentaire van Maartje Nevejan over de vraag of ze haar dochter wel of niet te laat vaccineren tegen het baarmoederhalskankervaccin. Klik op de link a. u.b.?