Door Stuart Kensenhuis
De Nederlandse regering brengt ontwikkelingshulp terug van 0.8 naar 0.7% van ons Bruto Nationaal Product (BNP[1]). Hiermee voldoen we nog steeds aan de norm die we internationaal hebben afgesproken, zegt minister-president Rutte. Dit is niet slechts bedoeld als een bezuinigingsmaatregel, maar ook als een nieuwe manier om geld te besteden en de economie van de derdewereldlanden te stimuleren. “VVD, CDA en PVV zullen altijd noodhulp geven, zeker als er sprake is van grote rampen. Maar, we willen ook klein ondernemerschap uitlokken, bijvoorbeeld met microkredieten. Daardoor groeit de productie en dit heeft als voordeel dat we handel kunnen drijven, iets dat in het belang is van Nederland. Het grote voordeel is ook dat we het geld niet aan regeringen hoeven te geven. Die zijn namelijk niet altijd koosjer”, zegt Rutte verder.
Minder ontwikkelingshulp. Halleluja! Prijs de Heer! De vloek wordt langzaam verbroken. Ik vind eigenlijk dat de hulp meteen met minstens 50% teruggebracht kan worden, want de geldverspilling aan overspelige, corrupte en dictatoriale Afrikaanse politici is mij een doorn in het oog. Niet barmhartig? O jawel, voor de minder bedeelden in mijn omgeving, want ‘charity begins at home’, maar niet voor Afrikaanse regeringen die de voorspoed en het welzijn van hun eigen volk niet of slechts op de laatste plaats van hun lijstje hebben staan. Gaan we op dezelfde manier verder dan is Afrika over honderd jaar nog steeds een achtergesteld gebied. We moeten af van het idee dat we mededogen tonen voor Afrikanen door geld te geven zonder strenge voorwaarden en controle. Daar worden ze niet beter van. Echt niet. Ook het geven van spullen zal ze niet verder helpen. Als u bijvoorbeeld een waterpomp geeft, doet u de eerste aanzet tot de vernietiging van hun eigen lokale waterpompindustrie. Heeft u daar wel eens aan gedacht?
Armoedebestrijding en economische groei in Afrika heeft een prominente plaats in de beleidsnotities van Westerse landen, maar niet in die van de meeste Afrikaanse regeringen. Er zijn zelfs Afrikaanse landen die nooit aan belastingheffing doen. Waarom? Omdat meer dan 70% van hun begroting bestaat uit Westerse ontwikkelingshulp. Er is zelfs geen enkele noodzaak voor deze regeringen om beleid te maken gericht op hun eigen bevolking of om een fatsoenlijke infrastructuur aan te leggen. Is dit niet merkwaardig? Europa en Amerika te vriend houden, buigen, knikken en geld ontvangen, dat is hun enige gedachte. Miljarden dollars worden ondertussen verborgen gehouden op rekeningen van onder andere Zwitserde banken. Kapitale villa’s, luxe reizen met allerlei callgirls en dure auto’s, vallen ook altijd in de smaak. Hoe meer ontwikkelingshulp we geven, hoe meer we dit gedrag stimuleren. Ophouden met die onzin. Het is genoeg.
Kent u de econome Dambiso Moyo (Zambia 1969)? Nee? Al tijdens haar studie aan de Harvard University in Amerika stelt ze de vraag waarom Afrika maar niet vooruitkomt. In haar boek ‘Dead aid’ komt ze tot een conclusie: ontwikkelingshulp werkt niet. Zij zegt: “Er is niet één Afrikaans land waar duurzame economische groei of vermindering van armoede is bereikt.” Als u bedenkt dat Afrika in 60 jaar meer dan 1000 miljard dollar aan hulpgelden heeft ontvangen, dan is dit toch wel een schrijnende bevinding. In dezelfde periode zijn veel Aziatische landen zonder noemenswaardige ontwikkelingshulp tot grote hoogten gestegen, terwijl hun startpositie nagenoeg even slecht was. Moyo komt met oplossingen waar geen cent Europees of Amerikaans geld voor nodig is. “Afrikaanse regeringen kunnen bijvoorbeeld staatsleningen uitschrijven en buitenlandse investeringen aantrekken. Maar ook de export uitbreiden en vooral richten op de opkomende markten, zoals China en India. Verder kunnen ze honderden miljoenen dollars benutten die Afrikanen vanuit het buitenland naar hun familie overmaken. Het is allemaal niet zo ingewikkeld. Andere landen deden dit al met succes.” Moyo staat overigens niet alleen. Ook James Shikwatie (Kenia 1970), econoom en directeur van de Inter Region Economic Network (IREN[2]) en William Easterly (USA 1957), voormalig econoom bij de Wereldbank, delen dezelfde visie.
Onlangs zag ik op de televisie een hoogwaardigheidsbekleder, zo noemde hij zichzelf, fietsen en schooluniformen uitdelen aan Cambodjaanse aidswezen. “Alsjeblieft jongen, heel veel plezier ermee”, zei de blonde man tegen een kleine Cambodjaan. De jongen pakte zijn fiets en maakte snel dat hij wegkwam. Vermoedelijk dacht hij, net als ik, dat de man leed aan een zonnesteek. Het was een bespottelijk tafereel en dat niet alleen omdat de man Nederlands sprak tegen een kind die vermoedelijk nog nooit in het buitenland is geweest en zeker geen vreemde taal sprak, maar meer nog omdat hij geen idee had waar hij mee bezig was. Die fiets gaat namelijk ooit eens een keer kapot. Dat schooluniform is binnen een redelijk korte tijd te klein. En dan? Komt hij opnieuw langs om uit te delen? Het moet niet gekker worden. Barmhartigheid voor de korte termijn is wat mij betreft hetzelfde als onverschilligheid. Die wezen zijn het beste ermee geholpen als je ze leert om hun eigen fietsen te bouwen en schooluniformen te maken. Desnoods zet je via een joint venture een fabriekje met ze op. Dat stimuleert meteen de lokale economie. Uiteindelijk is dit de kern van ontwikkeling en niet het geven van geld of spullen.
Goed dat Rutte ander beleid inzet voor wat betreft de ontwikkelingshulp. Ik bid dat hij zijn werk kan voortzetten en dat uit het oude iets nieuws voortkomt en voorspoed voor Afrikanen het uiteindelijke resultaat.
[1] BNP is de totale waarde van alle in Nederland geproduceerde goederen en diensten in een bepaald jaar.
[2] IREN is een toonaangevende Afrikaanse denktank die ideeën en strategieën bevordert gericht op het verbeteren van de levenstandaard van Afrikanen door middel van het vrije ondernemerschap.
Yippee!!!! You're so right and as an African I know how much of the 'aid' is spent on meeting the costs and lifestyle of the 'aid givers' ..... Biodun
BeantwoordenVerwijderenGoed stuk Stuart,
BeantwoordenVerwijderenOntwikkelingshulp is niet het kernprobleem bij de wortel aanpakken.